Wat is het eerste dat bij u opkomt als het over het christendom gaat? De misbruikaffaire in de RK-Kerk? De Roomse inquisitie en de brandstapels? De verfoeide kruistochten misschien? Een goed gesprek over het christendom is taboe en als het er al van komt, gaat het al gauw over wat er allemaal niet deugd aan het christendom.
Veel critici willen de invloed van religie het liefs helemaal uitbannen of op zijn minst verbannen tot een beleving achter de voordeur.
En ik geef toe, er is ook heel veel mis gegaan, vooral vanuit de officiële vertegenwoordiging van het christendom. In de stroming tegen religie en het christendom in het bijzonder, krijgt het van veel ontwikkelingen de schuld, zoals de hardnekkige mythe van het tegenwerken van de wetenschap en de daaraan gelinieerde inval van de donkere middeleeuwen. (1)
Of die beschuldigingen ook kloppen? Voor een deel wel, maar dat is niet de hele waarheid.
“De veroordeling van Galilei door de kerkelijke inquisitie in 1633 geldt als een van de meest dramatische gebeurtenissen in de geschiedenis van de natuurwetenschappen. De gebeurtenis heeft in de loop der tijd bijna mythische proporties gekregen. De veroordeling werd daarbij tot symbool van de eeuwenlange confrontatie tussen de vooruitstrevende krachten van de natuurwetenschap aan de ene kant en het conservatisme van het dogmatisch, bovennatuurlijk geloof aan de andere.
In de laatste decennia hebben wetenschapshistorici echter een meer genuanceerde visie op de historische relatie tussen wetenschap en geloof ontwikkeld dan deze ‘conflictthese’. Zo hebben religieuze overtuigingen in veel gevallen juist bijgedragen aan de wetenschappelijke ‘vooruitgang’. Ook blijken zowel botsingen als kruisbestuivingen in belangrijke mate te zijn bepaald door min of meer toevallige tijd- en plaatsgebonden factoren, die noch met wetenschap, noch met religie een directe relatie onderhielden. Dit laatste geldt ook voor het geval Galilei”.
Lees verder op:
http://geloofenwetenschap.nl/index.php/artikelen/item/55-galilei-en-de-kerk.html
In het vorige deel heb ik het gehad over hoe het officiële christendom volledig kon ontsporen en door haar absolute volledig gecorrumpeerde leer, haar dogma,s tot absolute waarheid verhief en ieder die kritiek durfde te leveren, geheel in strijd met alle oorspronkelijke christelijke principes, genadeloos te lijf ging.
https://adintuitu.wordpress.com/2013/09/12/geloven-doe-je-maar-achter-de-voordeur-2/
Nu wil ik het hebben over het legioen christenen dat vaak in stilte haar roeping om het voorbeeld van christus te volgen, volbracht. Lang niet alle christenen zijn model christenen, o nee, maakt u zich daarover geen illusies. Maar toch, de opvallend andere, zorgzame en harmonieuze levensstijl van de eerste christenen waren de machthebbers destijds al een doorn in het oog. Niet op de laatste plaats omdat ze in het christendom een ernstige bedreiging zagen voor hun eigen elitaire positie.
Christenen werden van meet af aan vervolgd, vele tienduizenden zijn dezelfde dood gestorven als hun leraar. Onder Keizer Nero bv. werden christenen bij honderden gekruisigd en levend ingesmeerd met pek en in brand gestoken om als straatverlichting te dienen langs de toegangswegen tot Rome.
Foto hierboven: “Siemiradski Fackeln” by Henryk Siemiradzki – http://www.abcgallery.com. Licensed under Publiek domein via Wikimedia Commons – https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Siemiradski_Fackeln.jpg#/media/File:Siemiradski_Fackeln.jpg
De laatste Romeinse Keizer die het christendom actief bestreed.
“Het begin van het Christendom zou velen onder ons wel eens kunnen verbazen. Omdat een groot gedeelte van de wereld het Christendom ziet als een bekrompen en elitaire religie die alle andere religies en geloofssystemen veroordeelt, is het interessant om eens een blik te werpen op de wortels van het Christelijk geloof. Het is feitelijk zo dat de rij mensen die aan Jezus Christus voorafging en na Hem kwam, absoluut geen vlekkeloze elite was. Als ze al een stempel opgedrukt konden worden, dan zou dat ‘verschoppelingen’ zijn… –
See more at: http://www.allaboutreligion.org/dutch/begin-van-het-christendom.htm#sthash.oRxcaMVU.dpuf
Hier een stukje geschiedenis uit een artikel van arabist Hans Jansen. ”
“Het Christendom heeft in minder dan vier eeuwen het Romeinse rijk voor zich weten te winnen. Dat is van onder op gebeurd, zonder dwang of geweld, zonder overheidsingrijpen of -steun. Integendeel, de overheid van het Romeinse Rijk heeft door Christenen bij tijd en wijle te vervolgen die kerstening zelfs af en toe met dwang en geweld tegengewerkt.
In de periode dat het Romeinse rijk gekerstend werd, viel dat rijk ongeveer samen met het huidige Midden-Oosten, plus Europa tot aan de Donau en de Rijn. Dat wil niet zeggen dat er buiten dat gebied geen Christenen waren. Ten oosten van het Romeinse rijk, in Perzië, konden rond 300-350 al heel wat Christenen worden aangetroffen (later bekend als de Nestorianen).
Net buiten de grenzen van het Romeinse rijk leefden bovendien ook de Armeniërs en de Georgiërs, die al rond 300 niet alleen in meerderheid Christen waren maar die het Christendom toen zelfs al als staatsgodsdienst hadden aangenomen. In het Romeinse rijk gebeurde dat kort daarna”.
DE OVERWINNING VAN DE REDE. (Rodney Stark):
Hoe Christendom leidde tot vrijheid, kapitalisme en westers succes.
http://www.human-being.nl/Bibliotheek/verlichting.htm
”Reeds de vroegste Kerkvaders beschouwden de menselijke rede als de grootste gave Gods. Door de rede kon de mens tot een steeds grotere kennis van God komen. Geloof alleen is niet voldoende. Reeds in de derde eeuw waarschuwt Clemens van Alexandrië: Meent niet dat deze zaken alleen in geloof aangenomen moeten worden, ze moeten bevestigd worden door de rede, want het is beslist niet veilig deze dingen aan puur geloof uit te leveren, de waarheid kan beslist niet zonder de rede.
Dit vertrouwen in de rede heeft behalve voor het geloof zelf, grote gevolgen gehad op maatschappelijk gebied: er ontstond een toekomst gerichte cultuur die geloofde in vooruitgang en ontwikkeling.
Als enige ontwikkelde deze cultuur daardoor technische vooruitgang, echte wetenschapsbeoefening (theorie gestaafd door praktische ervaring), en een rationele economie, waarvan de eerste tekenen verschijnen binnen de grote kloostergemeenschappen en de Italiaanse stadstaten (kapitalisme).
Dankzij de christelijke theologie ontstond er een politieke filosofie, en een daarop gebaseerde praktijk, die in de Middeleeuwen staten deed ontstaan waarin een hoge mate van persoonlijke vrijheid bestond.
Rede en vooruitgang
Toen de Europeanen voor het eerst de wereld begonnen te ontdekken was hun grootste verrassing hun eigen technische superioriteit over de rest van de wereld. Niet alleen waren de trotse Maya’s, Azteken en andere volken hulpeloos ten opzichte van de Europese indringers, ook de tot de verbeelding sprekende beschavingen van het Oosten, China, India en de islamitische, waren ver achter vergeleken met het zestiende-eeuwse Europa. Hoe had dit kunnen gebeuren? Wat was de reden dat veel beschavingen wel alchemie bedreven hadden, maar dat dat alleen in Europa scheikunde had opgeleverd? Waarom waren alleen Europeanen al eeuwen in het bezit van brillenglazen, schoorstenen, betrouwbare uurwerken, of een systeem van muzieknotatie? Hoe hadden de volken die opgekomen waren uit het barbarendom en de puinhopen van het gevallen Rome, de rest van de wereld zo voorbij kunnen streven? Verscheidene schrijvers hebben het geheim van het Westerse succes gezocht in de geografische ligging. Maar diezelfde geografische ligging heeft lange tijd culturen geherbergd die ver achter waren vergeleken met die van Azië. Anderen schreven de opkomst van het Westen toe aan staal, geweren en zeilschepen, en weer anderen hielden de meer productieve landbouwmethodes verantwoordelijk.
De moeilijkheid is dat deze antwoorden maar een deel zijn van wat werkelijk verklaard moet worden, namelijk waardoor de Europeanen uitblonken in metallurgie, scheepsbouw of het boerenbedrijf. Het meest overtuigende antwoord op deze vragen schrijft de westerse dominantie toe aan de opkomst van het kapitalisme, dat ook alleen in Europa ontstond. Zelfs de meest fervente tegenstanders van het kapitalisme geven toe dat het kapitalisme een ongekende productiviteit en vooruitgang heeft gebracht. In het Communistisch Manifest stellen Karl Marx en Friedrich Engels dat ‘…het kapitalistisch systeem voor het eerst liet zien waartoe menselijke activiteit in staat was.. … het heeft meer massieve en kolossale productieve krachten in werking gezet dan alle voorafgaande generaties tezamen.’ Het kapitalisme bereikt dit wonder door regelmatige herinvestering om de productiviteit te verhogen – door grotere capaciteit of verbeterde technologie – en door zowel management als arbeid te motiveren door steeds hogere beloningen.
Als we stellen dat het kapitalisme Europa’s grote stap voorwaarts heeft geproduceerd, dan nog moet verklaard worden waarom het zich alleen in Europa ontwikkeld heeft. Sommigen hebben gemeend dat de wortels van het kapitalisme gelegen zijn in de protestantse reformatie; anderen hebben het teruggevoerd op verschillende politieke omstandigheden. Maar als men dieper graaft wordt het duidelijk dat de echte, fundamentele basis, niet alleen van het kapitalisme, maar voor de hele opkomst van het Westen was gelegen in een uitzonderlijk groot vertrouwen in de menselijke rede.
The Victory of reason onderzoekt een serie ontwikkelingen waarin de rede de overhand kreeg, en daardoor de Westerse cultuur en instanties hun unieke gestalte gaf. De belangrijkste van deze overwinningen geschiedden binnen het christendom. Terwijl andere wereld godsdiensten het mysterie omhelsden en de intuïtie, omhelsde alleen het christendom rede en logica als de allereerste gids voor het vinden van religieuze waarheid. Het christelijke geloof in de rede was beïnvloed door de Griekse filosofie. Maar belangrijker is het feit dat de Griekse filosofie amper impact had op de Griekse religies. Deze bleven typisch mysterie-cultussen, waarin dubbelzinnigheid en logische tegenstrijdigheid als waarmerk golden voor de heilige oorsprong.
Dergelijke ideeën over de fundamentele onbegrijpelijkheid van het goddelijke en de intellectuele superioriteit van introspectie beheersten alle belangrijke wereldgodsdiensten. Maar vanaf het allereerste begin hebben de Kerkvaders geleerd dat de rede de allerhoogste gave van God was, en het middel om de Schrift en de Openbaring geleidelijk beter te gaan begrijpen. Vandaar dat het christendom georiënteerd op de toekomst was terwijl andere godsdiensten aan de superioriteit van het verleden vasthielden.
Aangemoedigd door de Scholastici en gestalte gekregen in de grote middeleeuwse universiteiten gesticht door de Kerk, injecteerde het geloof in de kracht van de rede de hele westerse cultuur, en stimuleerde de beoefening van natuurwetenschap, de ontwikkeling van democratische theorie en praktijk. De opkomst van het kapitalisme was ook een overwinning van de door de kerk geïnspireerde rede, omdat kapitalisme in wezen de systematische en volgehouden toepassing van de rede op de handel is – iets dat voor het eerst plaatsvond in de grote kloostergemeenschappen.
Gedurende de afgelopen eeuw hebben de westerse intellectuelen maar al te graag het Euopees imperialisme toegeschreven aan een christelijke oorsprong, maar ze zijn volledig onwillig geweest om te erkennen dat het christendom een bijdrage (anders dan intolerantie) geleverd heeft aan het westerse vermogen om te overheersen. Eerder wordt beweerd dat het Westen kon overheersen doordat het religieuze barrières overwonnen had die vooruitgang verhinderden, speciaal de vooruitgang van de wetenschap. Onzin. Het succes van het Westen, inclusief de opkomst van de wetenschap, rustte volledig op religieuze grondslagen, en de mensen die het tot stand brachten waren toegewijde christenen.
Helaas, zelfs de geschiedkundigen die het christendom een rol willen toekennen in de vorming van de westerse vooruitgang hebben zichzelf beperkt tot het toekennen van gunstige effecten van de protestantse reformatie. Alsof de voorafgaande vijftienhonderd jaar van christendom onbelangrijk geweest zouden zijn, of zelfs schadelijk. Dergelijk academisch anti-katholicisme inspireerde het meest beroemde boek ooit geschreven over het kapitalisme.
Aan het begin van de twintigste eeuw publiceerde Max Weber een al gauw wereldberoemde studie: De protestantse ethiek en de geest van het kapitalisme. Hierin stelt hij dat het kapitalisme in Europa ontstond doordat, van alle wereldreligies, alleen het protestantisme een morele visie verkondigde die mensen er toe bracht om hun materiële consumptie te beperken om zodoende rijkdom te vergaren. Weber stelde dat vóór de reformatie beperking van consumptie altijd gepaard ging met ascese en dus veroordeling van commercie. Anderzijds bestond er het najagen van rijkdom, dat dan altijd gepaard ging met losbandige consumptie. Beide culturele patronen stonden haaks op het kapitalisme. Volgens Weber doorbrak de protestantse ethiek deze patronen door een cultuur te kweken van zuinige ondernemers die zich tevreden stelden met het systematisch herinvesteren van de gemaakte winsten, om daardoor steeds grotere rijkdom te creëren, en daarin ligt de sleutel van het kapitalisme en de opkomst van het Westen.
Deze stelling werd breed omarmd, ondanks het feit dat hij zo apert onjuist was. Zelfs vandaag de dag geniet de Protestantse ethiek een welhaast geheiligde status onder sociologen terwijl geschiedkundigen op economisch gebied al heel snel Webers volledig ongedocumenteerde stelling weerlegden, op grond van het simpele feit dat de opkomst van het kapitalisme in Europa enkele eeuwen aan de reformatie voorafging!
Hugh Trevor-Roper legt uit: ‘Het idee dat grootschalig kapitalisme ideologisch onmogelijk was vóór de Reformatie wordt weerlegd door het eenvoudige feit dat het al bestond.’
Henri Pirenne maakte een grote opsomming van literatuur waarin bevestigd wordt dat alle essentiële kenmerken van het kapitalisme (individueel ondernemerschap, kredietverlening, commercieel winst nastreven, speculatie, etc.) al vanaf de twaalfde eeuw gevonden worden in de stadstaten van Italië – Venetië, Genua, of Florence. De noordelijke landen namen de plaats in die voordien zo lang en briljant was ingenomen door de oude kapitalistische centra van de gebieden rond de Middellandse-zee. De noordelijke landen hebben niets uitgevonden, noch wat betreft technologie, noch wat betreft business-management. Sterker nog: gedurende hun kritische periode van economische ontwikkeling waren deze noordelijke landen katholiek, niet protestant – de Reformatie lag nog in de toekomst.
De allereerste tekenen van kapitalisme verschenen in de grote kloostergemeenschappen.
Ook is duidelijk bewezen dat in de negentiende eeuw protestantse gebieden niet significant vooruit liepen op katholieke streken.
Hoewel Weber dus geen gelijk had, veronderstelde hij wel terecht dat religieuze ideeën een vitale rol gespeeld hebben in de opkomst van het kapitalisme in Europa.
De materiële voorwaarden noodzakelijk voor kapitalisme bestonden in veel beschavingen, in verschillende streken, inclusief China, islamitische streken, India, Byzantium en waarschijnlijk ook in het antieke Rome en Griekenland. Maar geen van deze maatschappijen ontwikkelden kapitalisme, net zoals ze geen ethische visies ontwikkelden die aansluiten bij een dynamisch economisch systeem. Leidinggevende religies buiten het Westen riepen op tot ascese en veroordeelden het maken van winst, terwijl rijkdom onttrokken werd aan boeren en handelaren door roofzuchtige elites die zich bezig hielden met vertoon en consumptie.
Waarom liepen de dingen anders in Europa? Vanwege de christelijke rationele theologie – iets dat ook een overwegende rol heeft gespeeld in het veroorzaken van de Reformatie, maar dat meer dan een millennium aan het protestantisme vooraf ging.
Eveneens ontwikkelde het kapitalisme zich slechts in sommige plaatsen. Waarom niet overal? Omdat in sommige Europese samenlevingen, net zoals in het merendeel van de rest van de wereld, hebzuchtige despoten het verhinderden: vrijheid was namelijk ook essentieel voor de ontwikkeling van kapitalisme. Dit roept iets anders op: waarom heeft vrijheid zo zelden bestaan in het overgrote deel van de wereld, en hoe werd zij in sommige middeleeuwse staten gevoed? Alvorens enige middeleeuwse Europese staat in feite een gekozen bestuur bereikt had, hadden christelijke theologen al lang theorieën ontwikkeld over de aard van gelijkheid en individuele rechten – inderdaad, het latere werk van ‘wereldlijke’ achttiende-eeuwse politieke theoretici als John Locke berustte expliciet op gelijkheidstheorieën van kerkelijke geleerden”.
Gedeeltelijke vertaling van het boek The Victory of Reason, How Christianity Led to Freedom, Capitalism, and Western Success (De Overwinning van de Rede, Hoe Christendom leidde tot vrijheid, kapitalisme en westers succes) van Rodney Stark, Random House, 2005
Christendom versus islam.
Het lijkt erop dat islam een begrip van God toegeëigend heeft om de opkomst van de wetenschap te onderschrijven. Dat is niet zo. Allah wordt niet gepresenteerd als een wetmatige schepper maar wordt gezien als een uitermate actieve God die zich met de wereld bemoeit wanneer hij dat goed acht. Dit was aanleiding voor de formering van een grote theologische blokkade in islam die alle inspanningen veroordeelde om natuurwetten te formuleren als blasfemie in de zin dat zij Allah’s vrijheid tegenspreken om te handelen. Dus, de islam nam niet volledig de notie aan dat het universum liep volgens fundamentele principes die door God bij de schepping werden vastgelegd maar nam aan dat de wereld onderhouden werd door zijn wil op een continue basis. Dit werd gerechtvaardigd door de uitspraak in de koran dat “ God doet dwalen wie Hij wil en leidt recht wie Hij wil.” [Soera 35: 9] Hoewel de regel verwijst naar Gods determinatie van het lot van individuen, werd het breed geïnterpreteerd van toepassing te zijn op alle dingen.
Wanneer het onderwerp van islamitische wetenschap en geleerdheid ter sprake komt, benadrukken de meeste historici dat gedurende de eeuwen toen christelijk Europa feitelijk niet wist van Griekse geleerdheid, het levend en diep gewaardeerd werd in de islam. Dat is zeker waar, aangezien het feit is dat enkele klassieke manuscripten christelijk Europa bereikten via contact met de islam. Maar het bezit van al deze verlichting was geen aanleiding voor intellectuele vooruitgang binnen de islam, laat staan dat het uitliep in islamitische wetenschap. In plaats daarvan beschouwden moslimintellectuelen Griekse geleerdheid, in het bijzonder de werken van Aristoteles, als feitelijk Schrift om te worden geloofd in plaats van te worden gevolgd.
Grieks leren verstijfde alle kansen van de opkomst van een islamitische wetenschap vanwege dezelfde redenen zelf stagneerde: fundamentele aannames antithetisch tot wetenschap. De Rasa’il, de grote encyclopedie van kennis geproduceerd door vroege moslimgeleerden, omhelsde volledig het Griekse begrip van de wereld als een reusachtig, bewust, levend organisme die zowel intellect als een ziel heeft. Evenmin werden vooruitzichten meer bevorderlijk voor wetenschap bereikt door de gevierde moslimfilosoof Averroes en zijn studenten in de 12e eeuw, ondanks hun pogingen om alle moslimdoctrines van hun werk uit te sluiten, in direct conflict met die die de Rasa’il staande houdt. In plaats daarvan werden Averroes en zijn volgelingen onbuigzame en doctrinaire Arestotelianen proclamerend dat zijn natuurkunde volledig en onfeilbaar was en dat als een waarneming inconsistent was met een van Aristoteles gezichtspunten, de waarneming zeker onjuist of een illusie was.
Als gevolg van dit alles bereikten islamitische geleerden significante vooruitgang alleen in termen van specifieke kennis, zoals bepaalde aspecten van de astronomie en geneeskunst, die geen algemene theoretische basis vereisen. En met het verstrijken van de tijd, stopte ook dit soort vooruitgang.
Klaarblijkelijk, dan, en in tegenstelling tot de ontvangen wijsheid, plaatste de “ontdekking” van Grieks leren Europa niet terug op het pad naar wetenschap. Oordelend van de invloed van dit leren op de Grieken, de Romeinen en de moslims, lijkt het vitaal te zijn geweest dat Grieks leren niet algemeen aanwezig was tot nadat christelijke geleerden zelf een onafhankelijk intellectueel raamwerk hadden gemaakt. In feite, toen zij voor het eerst de werken van Aristoteles, Plato en de anderen tegenkwamen, waren middeleeuwse geleerden bereid en in staat om ze te betwijfelen! Het was in expliciete oppositie tot Aristoteles en andere klassieke schrijvers dat de Scholastici naar wetenschap stevenden. Omdat middeleeuwse geleerden buiten de wetenschappen (in het bijzonder degenen in de kunsten in speculatieve filosofie) dergelijke vurige aanbidders van de Griekse-Romeinse klassieken waren, bewezen veel van de grote wetenschappers van de 16e en 17e eeuw lippendienst aan hun “schulden” aan Aristoteles en anderen, maar hun werkelijke werk negeerde bijna alles dat de Grieken gezegd hadden over hoe de wereld werkt.
Dit is niet om de invloed van Griekse leren op christelijke theologie als ook op Europees intellectueel leven in het algemeen te bagatelliseren. Augustinus was erfgenaam van Griekse filosofie, en Aquinas en zijn metgezellen erkenden hun diepe schulden aan Hellenische geleerdheid. Maar de antiwetenschappelijke elementen van Grieks denken werden weerstaan door Augustinus en door de Scholastici, en lang voordat Grieks-Romeins leren begrensd werd tot Oudheidafdelingen, was het niet de filosofie van de wetenschappers. Hoewel het waar is (en voordurend geciteerd door classici) dat Newton in een brief aan Robert Hooke in 1675 opmerkte dat “als je verder kijkt (dan u en Descartes), het is vanwege het staan op de schouders van reuzen,” wordt een dergelijk hoogachting voor de klassieken niet uitgedrukt of weerspiegeld in zijn werk of in zijn gewoonlijke presentaties van zichzelf. In plaats daarvan bereikten Newton en zijn metgezellen hun doorbraken in duidelijke tegenstelling tot de Griekse “reuzen.” Wat de grote figuren onderdeel van de 16e en 17e eeuwse bloei van de wetenschap – onder wie Descartes, Galileo, Newton en Kepler – beleden was hun absoluut geloof in een schepper God, wiens werk rationele regels insloot om ontdekt te worden.
De opkomst van wetenschap was niet een uitbreiding van klassieke studie. Het was de natuurlijke uitwas van christelijke doctrine: de natuur bestaat omdat het door God was geschapen. Om God lief te hebben en te eren, is het noodzakelijk om volledig de wonderen van zijn handwerk te waarderen. Omdat God volmaakt is, functioneert zijn handwerk in overeenstemming met onveranderlijke principes. Door volledig gebruik van onze God-gegeven vermogen om te redeneren en waar te nemen, moet het mogelijk zijn om deze principes te ontdekken.
Dit waren de cruciale ideeën die uitleggen waarom wetenschap in christelijk Europa oprees en nergens anders.
Wijlen Arabist Hans Jansen wist het kort en pakkend samen te vatten:
“Het christendom heeft een prachtig succes behaald: in de maatschappijen waar het domineert, of heeft gedomineerd, heeft het iedereen weten te overtuigen van de vanzelfsprekendheid van drie stellingen: ‘De schepper is redelijk en de schepping zit redelijk in elkaar.’ Zonder dat laatste geen wetenschap en techniek. ‘Behandel de mensen zoals je wilt dat zij jou behandelen.’ Zonder dat gebod geen democratie of rechtszekerheid, en geen vertrouwen in de handelspartners op de markt. ‘Fouten en schuld bekennen, daar knap je van op.’ Dat helpt te zoeken naar fouten van welke aard ook, en de verbeteringen aan te brengen die vooruitgang mogelijk maken.”
Slavernij en het christendom.
Slavernij word allerminst ondersteunt door het christendom, integendeel, de afschaffing van de slavernij was een christelijk initiatief.
Het christendom staat tweemaal aan de basis van het afschaffen van de slavernij, namelijk na de val van Rome en na de afschaffing van de trans-Atlantische slavernij, waarna het Westen slavernij wereldwijd heeft verboden, en deze in grote mate terugdrong. De gehele geschiedenis van Europa staat vol met priesters die bij slavenpoorten zoveel mogelijk slaven probeerden te bevrijden. Ook in Noord Afrika, in bijvoorbeeld de 10e en 11e eeuw waren er ordes welke als enige functie het bevrijden van slaven had. De Europese Mercedariërs hebben tussen 1200 en 1600 bijna 500.000(!!!) slaven bevrijd in de maghreb. En dit is maar een van de vele ordes die dit gedaan hebben. Er was in het christendom ook een traditie om zichzelf op te offeren en te laten knechten om andere slaven te bevrijden. De geschiedenis van de christelijke strijd tegen de slavernij is zo consistent en zo wijdverspreid dat het een misdaad is dat de socialisten slechts negatieve aspecten van het christendom hebben verspreid in elke hoek van onze samenleving”.
Het laatste zetje voor de officiële afschaffing van de slavernij werd bevochten in Engeland. Een rechter die moest oordelen over een weggelopen slaaf beriep zich op de Magna Carta (1215) en oordeelde dat de man vrij moest worden gelaten. Kort daarop kwam onder het Britse publiek en met name vanuit de Quakers een anti-slavernij beweging. William Wilberforce werd de spreekbuis voor het Parlement en zij kregen steun van de Baptisten en Methodisten.
(Bron: http://dutch.faithfreedom.org/forum/viewtopic.php?f=39&t=22414
Christendom en de ziekenzorg.
Het christendom heeft een belangrijke stimulans gegeven aan de ziekenzorg en hulp aan hulpbehoeftigen. “Verpleging stond in deze periode in het teken van naastenliefde het verzachten van lijden door liefdevolle verzorging. De zorg voor zieken was een van de zeven werken va barmhartigheid en kwam in de Bijbel onder meer ter sprake in de gelijkenis met de Barmhartige Samaritaan. De eerste bisschoppen gaven binnen hun verblijf onderdak aan hulpbehoeftigen. Later, bij toenemende behoeften, werden speciale gasthuizen gebouwd. Van belang is tevens het concilie van Nicea waarin bepaald werd dat iedere stad een plek kreeg voor zieken en armlastigen. Zij deden dit naar het voorbeeld van het gasthuis van bisschop Basilius in Caesarea (370 na Christus): uit vrees voor besmetting werd buiten de stad een hospitaalstad opgericht. Een centraal gelegen kerk werd hierbij omringd door huizen, speciaal ingericht voor verpleging van zieken (chronisch zieken, lepralijders), vreemdelingen en armen. Personeel (artsen, verplegers) waren binnen deze stad werkzaam. De zorg was in hoge mate georganiseerd. Karel de Grote bepaalde dat iedere bisschop bij zijn Kathedraal een gasthuis moest hebben voor armen, zieken en vreemdelingen.
Een bijzonder plaats in de gezondheidszorg is toegeschreven aan Florence Nightingale. (Florence, Italië, 12 mei 1820 – Londen, 13 augustus 1910).)
Als tiener hoorde ze de “stem van God” en wist ze dat ze niet het lege bestaan wenste te leiden van de aristocratie maar het lot van de armen, zieken en gewonden wilde verbeteren. Florence ging in de leer bij het goed georganiseerde ziekenhuis, het zusters-diaconessen in Kaiserswerth Duitsland. Daar studeerde ze en verzamelde duizenden gegevens over gezondheidszorg en alles wat daarmee te maken had terwijl de meeste ziekenhuizen nog maar wat aan rommelden en werden gerund door verschoppelingen zonder enige opleiding. De bijnaam, The lady with the lamp heeft ze te danken aan haar bijzonder verdiensten tijdens de Krim oorlog, ( oktober 1853 – februari 1856) omdat ze vaak s`nachts met een lamp de ronde deed langs haar patiënten, de gewonde soldaten. Florence legde de basis voor de moderne geneeskunde. 2 mei is de jaarlijkse dag van de geneeskunde, een eerbetoon aan Florence die op die dag geboren werd.
Hildegard van Bingen (Bermersheim, bij Alzey, Midden-Duitsland, 1098 – Rupertsberg, bij Bingen, 17 september 1179), bijgenaamd “de Sibille van de Rijn”, was een Duitse benedictijnse abdis en geldt als eerste vertegenwoordigster van de Duitse middeleeuwse mystiek. Zij was onder meer actief op het gebied van religie, kosmologie, wetenschappen, filosofie, compositie en muziekbeoefening, poëzie, plantkunde en linguïstiek. Zij was de eerste componiste uit de geschiedenis van de klassieke muziek die bij naam bekend is.
In haar boeken Causae et curae en Fysica over geneeskunde staan talloze geneeskrachtige recepten, die volgens wetenschappelijke onderzoeken ook blijken te kloppen.
Door de hernieuwde belangstelling voor vrouwen van de middeleeuwse Kerk is er voor Hildegard van Bingen, in het bijzonder voor haar muziek, heel wat interesse. Ongeveer 80 van haar composities zijn ons overgeleverd, een repertoire dat tot de uitgebreidste onder de middeleeuwse componisten behoort.(Bron Wiki)
De oorsprong van het Internationale Rode Kruis.
De oprichter van het Internationale Rode kruis bijvoorbeeld, was voor zijn creatie geïnspireerd door christelijke beginselen. De grondlegger, John Henry Dunant, kwam uit een streng Calvinistische familie, de goede werken van barmhartigheid werd hem met de paplepel ingegoten. Zijn vader verzorgde wezen en zieken, zijn moeder de armen en gewonden. Al op zijn 19e richtte hij de ”Donderdagvereniging” op, die veel sociaal werk verrichtte en aan Bijbelstudie deed.
Eenmaal als geslaagd Zwitserse bankier kwam hij bij toeval op het slagveld daags na de slag bij Solferino ( 24 juni 1859) waar 40.000 gewonden achter waren bleven zonder dat ook maar iemand naar hun omkeek. Dunant was zozeer geschokt bij het aanzien van de slachtoffers, dat hij de plaatselijke bevolking alarmeerde om de gewonden de nodige zorg te geven. Dit drama lag aan de basis voor de oprichting van het Rode Kruis.
Franciscus van Assisi. Aandacht voor dieren.
Franciscus van Assisi (ook wel Franciscus van Assisië[2] of Frans van Assisi(ë), Italiaans Francesco d’Assisi; Assisi, 1181 of 1182 – aldaar, 3 oktober 1226), eigenlijk Giovanni di Pietro Bernardone, leefde als religieus, stichtte de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd op 16 juli 1228 heilig verklaard door paus Gregorius IX.
Na twee jaar verblijf in het klooster, begint Franciscus in de omgeving te preken. Zijn boodschap is liefde: liefde voor de Schepper, voor de mens, voor dieren en planten. Hij noemt alle levende wezens zijn broeders en zusters. Hoewel er spot wordt gedreven met zijn dierenliefde, zijn er ook velen die hem bewonderen om zijn compassie. Franciscus verzamelt al snel verscheidene volgelingen om zich heen. Uiteindelijk richt Franciscus de kloosterorde Franciscanen op.
Franciscus’ houding tegenover dieren komt mooi naar voren in het onderstaande citaat dat aan hem wordt toegeschreven: “Alle schepselen op aarde voelen als wij, streven naar geluk als wij…God wenst dat wij de dieren bijstaan wanneer ze hulp nodig hebben…We hebben een hogere opdracht ze van dienst te zijn wanneer ze ons nodig hebben … Mensen die enig schepsel Gods uitsluiten van hun compassie en medelijden zullen op soortgelijke wijze handelen tegenover hun medemensen.”
Christelijke charitas in de eerste 1000 jaar christendom.
http://baumgarp.wixsite.com/paulsworld/christian-charity-1st-1000-years
Dit waren slechts enkele voorbeelden, maar het legioen christenen gevormd vanaf het allereerste begin deed veel meer. Zij verzorgden zieken en behoeftige, bouwden kloosters en daaraan verbonden scholen waar de basis werd gelegd voor ons algemeen onderwijs, zendelingen bouwden overal waar ze neerstreken scholen en droegen hun kennis over op de plaatselijke bevolking. Al in de vroege Middeleeuwen waren kloosters centra van kennis en cultuur. De voornaamste kloosterorde was die van de heilige Benedictus (480-547). Het christendom heeft onmiskenbaar een niet te overschatten invloed op de hele westerse cultuur gehad. De hele westerse cultuur is schatplichtig aan het christendom. Veel atheïsten zijn ”cultuur christenen” zonder het zelf te beseffen.
“Geen enkel boek heeft zo intens onze cultuur beïnvloed als de bijbel. Talloze werken uit de muziek, beeldende kunsten en literatuur zijn door de bijbel geïnspireerd, hetzij rechtstreeks, hetzij via ‘vertaling’, parafrase en interpretatie. En zelfs nu nog blijft de bijbel de kunstenaars intrigeren. Ook op onze taal, moraal, politiek, staatsvorm en rechtspraak heeft het ‘Boek der boeken’ zijn stempel gedrukt.
http://www.bijbelencultuur.nl/
Kortom, het christendom stond aan de wieg van de rede, het onderwijs, (daarmee indirect ook aan de basis van de wetenschap, want waar was de wetenschap gebleven zonder de rede en het onderwijs), de ziekenzorg, het Rode Kruis, de meeste liefdadigheidsinstellingen en het einde van de slavernij.
Hoe zou de wereld er nu uit hebben gezien als het legioen christenen dat de boodschap van christus wel begrepen had en daar ook naar handelde door de eeuwen heen en van het begin af, naar de wens van de critici, hun geloof alleen achter de voordeur hadden beleden??
“Christendom, zelfs in de meest verschrikkelijke dagen, zelfs onder de meest corrupte pausen, zelfs tijdens de meest onrechtvaardige oorlogen, was ontegenzeggelijk een kracht voor de verbetering van de mens.”
Thomas Madden, director of the Center for Medieval and Renaissance Studies at Saint Louis University,
(1).Zie: http://www.rijnlandmodel.nl/wetenschap/wetenschap_historie.htm
De zaak Galileo Galileï: conflict tussen geloof en wetenschap? Wat feiten.
Gallilei`s conflict met Rome.
http://wol.jw.org/nl/wol/d/r18/lp-o/102003284
Aanbevolen literatuur:
Geografie van goed en Kwaad. Andreas Kinneging.
http://www.felix-en-sofie.nl/boeken/732/andreas-kinneging–geografie-van-goed-en-kwaad/
Het christendom is zo gek nog niet. Dinesh D’Souza.
http://www.nieuwamsterdam.nl/het-christendom-is-zo-gek-nog-niet#.VEwQavmsWCk
Jezus Multinational. Bram Krol, predikant en docent in Gemeentegroei, is al jaren gefascineerd door de groeikenmerken van de kerk. Zijn studies over dit onderwerp worden breed geraadpleegd en gewaardeerd.
In Jesus Multinational beschrijft hij zijn gedegen onderzoek naar de groei van de vroege kerk. Sommigen veronderstellen dat de kerk in de 1e eeuw klein was en pas in de 2e eeuw sterk groeide. Krol toont aan dat die veronderstelling zeer onwaarschijnlijk is. Kijkend naar de strategieën van de apostelen worden de factoren van de groeiexplosie zichtbaar en dan blijkt dat het verleden ons meer te vertellen heeft dan we dachten. De oude kerk was groter en had een beter doordachte visie dan vermoed. En daardoor heeft ze – ondanks een kloof van vele eeuwen – een belangrijke boodschap voor de kerk van deze tijd.
http://www.bramkrol.com/gemeentegroei/jesus-multinational
Op op ten strijde, Jeruzalem bevrijden, Hans Jansen.
http://www.dagelijksestandaard.nl/2011/11/hans-jansen-kruistochten-waren-het-bewijs-slechtheid-christendom-0
De kracht van de rede, Oriana Fallaci.
http://www.geennieuws.com/2011/11/oriana-fallaci-her-islamitisch-gevaar/
De woede en de trots, Oriana Fallaci.
http://dutch.faithfreedom.org/forum/viewtopic.php?f=35&t=12782
6 gedachtes over “2000 jaar Christendom”