Miljoenendans rond het Bargerveen. Deel 3

Beste heer Jans de Vries 18 julj 2001

Bijgaand enige documentatie over Canada waar onder Leiding van Line Rockefort duizenden hectare veenvelden zijn gerestaureerd. Wereldwijd toonaangevend. Ik had al eerder een goed contact opgebouwd met haar en wat blijkt wij zijn het over alles eens. Ik vanuit de praktijk en zij resultaat gericht vanuit onderzoek toegepast in de praktijk.

Het stro 3000 kilo per Ha kost ongeveer 1/3 deel van alle restauratie kosten. Dus voor de kosten hoef je het ook niet te laten. In haar gids ‘’Peatland resoration guide’’ te downloaden staat het allemaal beschreven

Ik ben week 30 de hele week naar Estland waar ik de eerste Sphagnum restauratie op onze eigen veenvelden op ga starten. Ik heb hierover de leiding maar werk samen met Edgar Karoveld van de Universiteit in Tartu.
Wij (Edgar en ik) kunnen een beroep doen op de kennis van Line Rochefort uit Canada en Line Rockefort heeft ons beloofd naar Canada te komen als het gerestaureerd is. Over niet al te lange tijd heb ik ook daadwerkelijke ervaring

Ik ben druk omdat ik tussendoor ga starten met de presentatie (een vervolg op de DVD) voor de jaarvergadering van IVG ‘’Deutscher Torf und Hummstag 2011.

Mij grootste ontdekking is dat veenvelden in Europa altijd bestaan uit ongeveer 80% van de volgende Hummock soorten S. Imbricatum (Austinii) S. Fuscum en S. Capillifolium (in de DVD heb ik het over 60-90% de gehele bandbreedte) Levend, groeiend hoogveen heb je pas als dit hersteld is!!!!!!!!
Meer dan 1500 analyses door Roger Daniels liggen hier aan ten grondslag.

In Canada is het net als in Estland, Finland 80% S. Fuscum en deze pakt men van een zogenaamd donor veld

Voor het Bargerveen is dat waarschijnlijk 80% Imbricatum met mogelijk iets S. Capillifolium. S. Imbricatum kan zeelucht verdragen en vind je volop in Ierland, Engeland, Zweden Duitsland en Nederland tot zo”n 150 km van de kust. In Estland en Finland komt deze niet voor (te koud) en is S. Fuscum dominant. Je kunt ook zeggen als deze 3 Hummock soorten niet zouden hebben bestaan zouden wij nooit veenvelden gehad hebben van 4-15 meter dikte.

Als er bijvoorbeeld in een veenveld veel S. Magellanicum voorkomt (boven 25%) zie je ook veel S. Cuspidatum. Het veenveld is dan erg nat gebleven en veel minder hoog gegroeid. Bevat ook een hoog percentage wollegras. Deze situatie heb ik slechts een enkele keer aangetroffen.

Het Bargerveen is dus pas in zijn oude glorie hersteld als deze groeiende S. Imbricatum voor een hoog percentage aanwezig is. Natuurlijk moeten er eerst meer monsters genomen worden om dit met zekerheid vast te stellen.

Er is in Duitsland een donkerbruin frees veenveld waar succesvol op de Canadese methode 3 jaar geleden 1 ha S. Papillosum is gerestaureerd. Er zit nu 20 cm dikke laag groeiend S. Papillosum op dit veld. Weliswaar de verkeerde soort omdat dit ten noorden van het Kustenkanaal ook S. Imbricatum is en deze niet meer beschikbaar is in Duitsland.

Ik was 2 weken geleden met de eigenaar van dit bedrijf ‘’Torfwerk Moorkultur Ramsloh’’ in Zweden om de binnen een jaar beschikbare S. Imbricatum veilig te stellen. Dit komt naar Duitsland toe. De verveners in Zweden van Kalloveen geven het gratis (alleen de te maken kosten) S. Capillifolium en Fuscum is er veel meer in Zweden. Maar het is altijd in een korte periode beschikbaar als er een veenveld wordt uitgebreid. Maar geen haast het is ook later te betrekken van Moorkultur Ramsloh of van de volgende uitbreiding.
Ik weet zeker dat ook zij bereid zijn ons te helpen als ik dit vraag.

Als je voor 1 ha S. Imbricatum zou hebben (ongeveer 30-40 m3 van de groeiende bovenlaag), kun je na 5 jaar 10 ha klaarmaken en weer 5 jaar later 100 ha. In 10 jaar zou het Bargerveen theoretisch geheel hersteld kunnen zijn. Ik zie het al voor mij zoals een echt hoogveen veld in Canada of Zweden. Maar zoveel komt er niet beschikbaar,

Nog iets over Duitsland. Hier is er de zogenaamde ‘’wiedervernassung’’ (17.000ha) enorme plassen veel te diep water en alleen aan de zijkanten iets S. Cuspidatum. Ik zeg het heel duidelijk, het wordt nooit iets niet in 25 jaar , niet in 100 jaar en ook niet in 1000 jaar. Waarom? Je kunt het antwoord vinden op ieder groeiend hoogveen veld. Daar zijn veelal plekken van 1-5 m2 te vinden met S. Cuspidatum (soms ook veel groter) Als je hier een monster uit neemt dan bestaat dit voor 100% uit S. cuspidatum. Ook vind je dat terug op een veenveld waar Blokken veen wordt gestoken zoals in Zweden en Letland. Om deze plekken S. Cuspidatum zit het vol met de andere hoogveen soorten en deze lukken het niet om de S. Cuspidatum na honderden of duizenden jaren te laten verdwijnen. Het is volgend mij de grootste dwaling van de ‘’Duitse Naturbescherming’’

Nog een misverstand. Alle onderzoeken laten globaal een beeld zien dat de op 50 cm. 150 cm en 250-300 cm dezelfde Sphagnum soorten voorkomen. Als ik op een maagdelijk veenveld loop kan ik tot op 10% zeker zien welke soorten eronder te vinden zijn. Anders gezegd de Sphagnum soorten die er duizenden jaren geleden hebben gestaan groeien er nu nog steeds bovenop ( als de mens er tenminste van af is gebleven) Dit word ondersteund door een onderzoek in Estland

Ik vertrouw erop dat u wat aan deze informatie heeft

Herman Oosterkamp
Mobil 0655177486

Plaats een reactie