‘De islam verminkt Europa’

Op pad met de voorman van Pegida Nederland

ARTIKELProvocerend en standvastig trekt hij ten strijde tegen ‘de verminking van Europa door de islam’. Hoe komt Edwin Wagensveld zo bezorgd?

Door: Willem Feenstra 4 juni 2016, 02:00

Edwin Wagensveld bestelt een Radler. Het is al laat en de Pegida-voorman heeft vannacht nog meer te doen. Als hij straks thuis is, een uur rijden vanaf deze Erfurtse hotellobby, gaat hij werken aan de speech die hij een dag later in Dresden zal uitspreken. Zeven A4’tjes over de Nederlandse en Duitse identiteit. En hoe die bezwijken onder de moslims die Europa overspoelen.

Hij moet scherp blijven, zegt hij tegen de ober. Naast hem glimlacht zijn Duitse vrouw Anja. Tijdens het zeven uur durende gesprek staat ze af en toe op om te roken. Op weg hierheen reed zij, zodat hij zijn hersens kon breken over de toespraak. Viel hem vies tegen: ‘Want wat is de Nederlandse identiteit precies? Daar spreek je wel altijd makkelijk over, maar zo simpel is het niet.’

Hij zit met zijn rug naar de ingang, wat hij normaal gesproken uit veiligheidsoverwegingen niet doet, maar hier in ‘het gemoedelijke Erfurt’ wel. In Nederland is hij vooral bekend van zijn ‘ludieke acties’, in Duitsland behoort hij tot de leidinggevenden van de volks-beweging, die intussen tienduizenden aanhangers heeft.

Pepperspray
‘De islam verminkt Europa’
© Falko Siewert
Sinds Wagensveld (48) in 2014 een prominent figuur werd binnen Pegida, staat het leven van hem en Anja op z’n kop. Zelden zijn ze nog samen thuis, in het rustige Beierse dorp Bastheim, waar in elke kamer een busje pepperspray staat. Niet dat ze doodsbenauwd zijn, ‘maar dan is het in ieder geval altijd in de buurt als het nodig is’.

Hij heeft het spul toch bij de vleet. Het is een van de bestsellers in zijn webshop Der Hollander, waar hij ook stroomstootapparaten, militaire kleding en gasgranaten verkoopt. In Nederland verboden, in Duitsland volkomen legaal. Moedeloos wordt hij er van door Nederlandse media te worden weggezet als louche wapenhandelaar. Het ondergraaft zijn geloofwaardigheid en leidt af van de boodschap, vindt hij.

Die boodschap: de islam verminkt Europa. De westerse cultuur wordt bedreigd door de massale stroom islamitische vluchtelingen. Op het Duitse platteland is het volgens hem nog uit te houden. Maar Nederland? Zijn stem slaat over. ‘Jullie zien het niet, omdat je er middenin zit. Maar als ik in Nederland kom, geloof ik mijn ogen niet.’

Het doet hem pijn, ‘al die hoofddoekjes en boerka’s’. Om nog maar te zwijgen van de groepjes jonge mannen, ‘meestal Marokkanen’, die er volgens hem voor zorgen dat vrouwen niet meer normaal over straat kunnen. ‘Nederlanders zijn er klaar mee. Ik was laatst in de supermarkt in Utrecht. Er waren drie kassa’s open: twee met hoofddoekjes en een met een Nederlands meisje. Bij haar was de rij veel langer. Dan weet je genoeg.’

‘De islam verminkt Europa’

Kiem van de aversie
Even staart hij voor zich uit en is er een zeldzaam moment van stilte. Dan: ‘Ik ga nooit, maar dan ook nooit meer in Nederland wonen. Ik kan daar niet meer leven.’

Honderden vragen beantwoordt Wagensveld tijdens de drie dagen dat de Volkskrant hem volgt. Hij doet dat op dezelfde manier als hij zich inzet voor anti-islambeweging Pegida: standvastig, zelfbewust, zonder twijfels. Tot het over zijn verre verleden gaat, waar de kiem van zijn islam-aversie ligt. ‘Dit is heel moeilijk’, zegt hij, terwijl hij zijn vrouw aankijkt. ‘Ik wil mijn familie er graag buiten houden.’ Maar na enig aandringen begint hij toch te vertellen.

‘We konden over alles praten, mijn tante en ik. Ze was een vrije vrouw. Ik weet nog goed dat we in een rode auto naar Safaripark Beekse Bergen gingen. Zij, haar vriend en ik. Ze had net een relatie, het was gezellig. Ik was tien jaar oud. Mijn tante was nog gewoon mijn tante.’

Al zo lang hij zich kan herinneren is hij geboeid door geloof en politiek. Aan de eettafel in Driebergen en later Maarssenbroek had hij als kleine jongen felle discussies met zijn ouders en zusje. Het maakte niet uit waarover, ook toen had hij al een sterke mening.

Pim Fortuyn was de eerste politicus met wie hij echt verbintenis voelde. Eindelijk iemand die op normale toon de waarheid sprak, vindt hij. Heel anders dan vroeger Hans Janmaat en nu Geert Wilders. Fortuyn provoceerde, maar bleef toch charmant.

Tot ik met Pegida begon, dacht ik dat Nederland een vrij land was. Maar bepaalde meningen mogen gewoon niet.

Zelf was hij tot Pegida nooit politiek actief. Hij deed een horecaopleiding en werd kelner in sterrenrestaurants in Utrecht. Hij leidde het wilde horecaleven, vol uitgaan en alcohol. Op zijn 20ste vond hij meer rust, als manusje van alles op een sleepboot in de omgeving van het Duitse Würzburg. Tien dagen werken, vier dagen in Nederland, om en om. Tijdens het stappen ontmoette hij Anja, met wie hij nu ruim 25 jaar getrouwd is. Vanuit Duitsland volgden ze ‘de verloedering van Nederland’ op de voet. Met Pegida hoopt hij het tij nog te kunnen keren.

Hij heeft wel ‘wat ideetjes’ over hoe dat zou moeten. Ritueel slachten verbieden en een importverbod op halalvlees bijvoorbeeld. ‘Daarmee zou je een behoorlijke slag slaan.’ Wegpesten wil hij het niet noemen. ‘Laten we eerlijk zijn: het is pure dierenmishandeling, dat ritueel slachten. En als we niet uitkijken, eten we straks allemaal halal.’

‘Laten we eerlijk zijn’: hij gebruikt de zin tientallen keren, als is het zijn lijfspreuk. Eigenlijk ergert hij zich nog het meest aan de leugenachtige houding van de Europese overheden, zegt hij. Ze zouden Pegida stigmatiseren, de leiders wegzetten alsof ze de reïncarnatie van Adolf Hitler zijn. Ze liegen volgens hem over de aantallen vluchtelingen en hun achtergronden, alsof de stroom uitsluitend bestaat uit dokters en wetenschappers, met hun getalenteerde kroost.

Samen met Anja reed hij in september 2015 naar het station van het Hongaarse stadje Hegyeshalom. Vanuit de auto zagen ze hoe duizenden vluchtelingen te voet naar de Oostenrijkse grens trokken. Geen families, zoals werd beweerd, maar bijna alleen maar jonge mannen. Die zouden de hulpgoederen lachend in de berm gegooid hebben. De onbeschoftheid, de invasie, de onomkeerbaarheid: het greep Anja bij de keel.

Het bewees voor hen hoe hard de demonstraties nodig zijn. Tien heeft zijn Nederlandse aftakking van de Duitse beweging er nu georganiseerd. Hoewel de Facebookpagina meer dan 18 duizend likes heeft, komen er op de bijeenkomsten hoogstens een paar honderd man af. Dat komt volgens Wagensveld door de enorme politiemacht, ‘een bewuste intimidatie van de overheid om ervoor te zorgen dat breed gedragen kritiek op immigratie en de islam niet kan worden verspreid’.

‘Het was een Marokkaan, de vriend van mijn tante. Na een tijdje gebeurden er rare dingen. Hij ging met mijn moeder mee naar de keuken om te controleren of de worst niet met hetzelfde mes werd gesneden als de kaas. Mijn tante begon haar handen en haar met henna te doen. Ze nam een hoofddoek.’

De onbeschoftheid, de invasie, de onomkeerbaarheid: het greep Anja bij de keel.

‘Verhoofddoekisering’
Hij weet wat hij moet doen om ‘de verhoofddoekisering van Nederland’ aan de kaak te stellen, zegt hij. Provoceren. In Ede werd hij in februari opgepakt omdat hij een muts droeg in de vorm van een varkenskop. Lachend liet hij zich afvoeren door agenten, die het hoofddeksel om onduidelijke redenen als onwettig beschouwden. ‘Betere publiciteit kan ik me niet wensen.’

De arrestatie is exemplarisch voor de worsteling van de Nederlandse politie met Wagensveld en Pegida. Bewust zoekt hij de grenzen op, keer op keer weten de autoriteiten zich daarmee geen raad. In Amsterdam werd hij opgepakt vanwege een spandoek waarop een hakenkruis in een prullenbak wordt gegooid. In Nijmegen gaf een agent hem een duw en schold hem uit. Diezelfde dag kreeg hij op het bureau excuses.

Hoewel hij er media-aandacht mee genereert, vindt hij het bepaald niet om te lachen. ‘Tot ik met Pegida begon, dacht ik dat Nederland een democratisch en vrij land was. Maar we worden door de overheid behoorlijk voor de gek gehouden. Bepaalde meningen mogen gewoon niet.’

Het is bijna middernacht als hij in Anja’s kielzog de lobby verlaat. ‘Verdomme, ik moet nog drie A4’tjes aan mijn speech schrijven.’

Maandag: spreken in Dresden
Het is halverwege de ochtend als Wagensveld weer in de lobby van het hotel in Erfurt verschijnt. Zijn linkeroog heeft een zenuwtrek, die bij extreme vermoeidheid opspeelt. Hij heeft vannacht drie uur geslapen, maar is monter. ‘Dat is weleens anders, hoor’, zegt hij. ‘Soms ben ik zo moe dat ik wel kan huilen.’

Eigenlijk wil hij stoppen met zijn actieve rol bij Pegida. In Duitsland, maar zeker ook in Nederland. Het probleem is het gebrek aan een capabele vervanger. ‘In Nederland is het al moeilijk om iemand te vinden die een schone achtergrond heeft en een beetje normaal met de pers kan praten.’ Als dat de komende tijd niet lukt, trekt hij de stekker eruit. ‘Liever dat dan dat Pegida Nederland wordt gekaapt door nazi’s of racisten.’

Hij gaat voor naar zijn auto, een zwarte Ford Focus automaat, waarmee hij afgelopen jaar over ruim 100 duizend kilometer asfalt joeg. Van demonstratie naar demonstratie, voortgestuwd door verontwaardiging en adrenaline. Op tientallen podia in vier verschillende landen sprak hij gelijkgestemden toe. Met hulp van Anja hield hij tussendoor zijn webshop draaiende, om het allemaal te kunnen bekostigen.

Als ik geen schone opvolger kan vinden, trek ik de stekker eruit. Liever dat dan dat Pegida Nederland wordt gekaapt door nazi’s of racisten

Vandaag is een grote dag. De nieuwe beweging Fort Europa, een samenwerkingsverband tussen nationale anti-islamgroeperingen, presenteert zich in Dresden. Er zijn sprekers uit Polen, Spanje, Tsjechië, Denemarken, Australië, Duitsland. En natuurlijk ‘Ed aus Holland’, zoals Wagensveld sinds het najaar van 2014 in Duitsland bekendstaat.

Een flyer op Facebook veranderde toen zijn leven: de aankondiging van een anti-islamdemonstratie in Dresden. Vooral in Oost-Duitsland groeide op dat moment de onvrede over de grote vluchtelingenstroom. Zelf ergerde hij zich in stilte al tientallen jaren aan de ‘agressieve religie’. Hij nodigde zijn vrouw uit voor een weekendje Dresden. Mooie stad, goed shoppen en lekker eten, zei hij tegen haar.

‘We gingen weleens bij mijn tante eten. We kwamen dan natuurlijk voor haar, maar alleen hij zat aan tafel. Zij moest lopen, was een soort huishoudhulpje geworden. Als ze wat wilde zeggen, keek hij haar aan en merkten we: jij hebt hier niks meer te zeggen. Je hebt geen stem meer.’

Pegida heette de onbekende beweging die de onvrede een stem moest geven. Patriotische Europäer gegen die Islamisierung des Abendlandes. Met 700 gelijkgestemden wandelde Wagensveld zwijgend door het centrum van de stad. Toen ze linkse tegendemonstranten passeerden die ‘nazi’s raus’ riepen, klapte de stoet slechts.

Popster
Vanaf het begin voelde Wagensveld een verwantschap. Diezelfde maand ging hij naar een demonstratie van HoGeSa (Hooligans gegen Salafisten), in Hannover. Het liep uit de hand, volgens hem door toedoen van de politie. Hij werd geïnterviewd door het journaal, maar zijn antwoorden haalden de uitzending niet. Natuurlijk, dacht Wagensveld: hij voldoet niet aan het clichébeeld van een kale kop en tatoeages.

Een klein internetkanaal zette het interview online. De video werd een hit. Bij de volgende Pegida-demonstratie wilden mensen met hem op de foto. Sommigen huilden, hij kreeg bloemen. Mensen zeiden blij te zijn dat hij eens op een normale manier had verwoord wat ze allemaal dachten, maar niet durfden te zeggen. Hij voelde zich een popster.

In een mum van tijd groeide hij uit tot een van de leidinggevende figuren van Pegida Duitsland. Toen er ruzie ontstond binnen de top en hij vreesde voor de toekomst van de beweging, probeerde de Nederlander te lijmen wat er te lijmen viel. Zijn verzoenende rol leverde hem bijnamen op, zegt hij, ‘bruggenbouwer’ en ‘verbinder’.

‘Op een gegeven moment heeft mijn familie het contact met mijn tante verbroken. Haar vriend werd steeds radicaler, ze begaven zich in andere kringen. Er veranderde veel, te veel. Ze dreef bij ons weg. Ik maakte het van dichtbij mee, dan ga je wel anders denken over zo’n geloof.’

Zelfbeheersing
Het is druk op het plein. Een oude man houdt een anti-islambord omhoog. Een voor een komen de demonstranten op hem af. ‘Ed’, noemen ze hem. Foto hier, praatje daar. Terwijl de meeste sprekers binnen de afzetlinten rond het podium blijven, maakt Ed aus Holland een rondje door het publiek, zo’n drieduizend man sterk. ‘Het is belangrijk dat mensen je kunnen aanraken.’

Waar Pegida ook gaat, er zijn altijd tegendemonstranten. Vaak hebben ze als doel de bijeenkomst van de ‘nazi’s’ met geweld te verstoren. In Kassel werd een ruit ingeslagen van de auto waarin Wagensveld zat. In Braunschweig reed hij zijn eigen auto in elkaar toen hij in een parkeergarage door Antifa, radicaal links, achterna werd gezeten. De auto van ‘Pegidiaan’ Marcus uit Leipzig is al twee keer in brand gestoken.

Wat Pegida onderscheidt van andere protestbewegingen in de rechtse hoek, is de zelfbeheersing. Met geweld bereik je niets, benadrukt Wagensveld keer op keer. Daarom lopen er bij elke demonstratie potige jongens met witte ordner-banden om hun armen. Ze zijn er vooral om de eigen demonstranten in toom te houden.

Hij draait er niet omheen: vaak lopen er neonazi’s mee, al zijn het er volgens hem niet veel. Het is hem een doorn in het oog. ‘Ik wens er op geen enkele wijze mee geassocieerd te worden. En kijk eens om je heen: hoeveel nazi’s zie je hier?’ Aan de randen van het plein staan een paar opgeschoten jongens met kale hoofden er wat verloren bij. De gemiddelde demonstrant is ouder en heeft meer weg van een Duitse toerist in Scheveningen dan van een rechts-extremist.

Het is de zweem van extreem-rechts die veel politieke partijen ervan weerhoudt openlijk met Pegida in zee te gaan. Met de rechts-populistische FPÖ uit Oostenrijk zijn achter de schermen goede banden, met de Duitse evenknie AfP ook. Geert Wilders sprak ooit op een bijeenkomst, maar weigert tegenwoordig met Pegida te praten. Misschien maar goed ook, denkt Wagensveld, die vreest in een keurslijf te belanden als er hand in hand met partijen wordt opgetrokken. Nu is Pegida onafhankelijk en tegendraads, zoals hij het graag ziet.

De demonstranten juichen als Ed aus Holland op het podium verschijnt. Hij heeft zijn speech drastisch ingekort, want de tijd is krap. Hij haalt uit naar Angela Merkel, die Europa volgens hem meesleurt de afgrond in. ‘Merkel muss weg’, schreeuwt het plein. Het gedeelte over de Nederlandse identiteit slaat hij over. Het ging over een tolerant land en een cultuur waarin alles mag.

‘Ik vind dat islamitische scholen verboden moeten worden. Mijn tante werkt op zo’n school. Laatst hadden we in haar stad een demonstratie. Ik roep dan altijd dat die scholen weg moeten. Ik wist: dit doet haar veel pijn. Het is niet anders.’

Na afloop komt een vrouw in een rood windjack naar hem toe. ‘Ed, je gaat toch wel gewoon door, hè?’, vraagt ze, alsof ze zijn toekomsttwijfels voelt. Hij legt een hand op haar schouder. ‘Dit hier’, zegt hij, wijzend naar het podium, ‘dit gaat gewoon door’.

Dinsdag: een lesje leren
In de achterbak van de zwarte Ford Focus ligt een vuilniszak met een megafoon erin. Het is nog ochtend als Wagensveld een parkeerplaats op rijdt in het centrum van het burchtstadje Meissen. Vandaag staat er ‘iets leuks’ op het programma. Op het terras naast de VVV ontmoet Wagensveld Tatjana Festerling, de vrouw die hij persoonlijk naar Pegida haalde en die nu het gezicht van de beweging in Duitsland is.

De bestemming: het kantoor van minister van Binnenlandse Zaken Thomas de Maizière. Die heeft op tv vergoelijkend gesproken over de gebedsoproepen van moskeeën, die volgens hem geen geluidsoverlast veroorzaken. Ze willen hem een lesje leren.

Pal voor het kantoor haalt Wagensveld de megafoon uit de vuilniszak en sluit zijn telefoon erop aan. Even later schalt de snerpende gebedsoproep door de straten van Meissen: ‘Allahu akbar, allahu akbar.’ Voorbijgangers kijken verwonderd toe. Een medewerker van de minister sluit het raam. Winkeliers doen hun deuren dicht. Anja maakt een filmpje voor op Facebook.

Na vijf minuten komt er een meisje langs. Ze is moslim en vraagt zich af wat er aan de hand is. Als Wagensveld haar uitlegt dat hij tegen de gebedsoproep is, raakt ze geïrriteerd en gaat met hem in discussie. Een ober van een nabijgelegen café, ook moslim, belt de politie.

Lachend doet Wagensveld de megafoon weer in de vuilniszak. Doel bereikt. ‘Een krachtige boodschap’, noemt hij het. ‘Laten we eerlijk zijn.’

‘Een paar jaar geleden moest ik iets regelen voor de familie, waardoor ik bij mijn tante moest zijn. Ik had me over mijn principes heen gezet, puur voor mijn moeder. Toen ik aanbelde, weigerde ze me te omhelzen, vanwege haar geloof. Haar eigen neefje! Dat deed pijn.’

Dit is een artikel van Volkskrant Plus. Volkskrant Plus artikelen zijn exclusief voor abonnees.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s