Aan de belastingbetaler
Posted on by Jan Dijkgraaf

Beste belastingbetaler,
Je kunt je afvragen wat het ergste is van de zoveelste Kaag-affaire.
Welke affaire nu weer?
Nou, die rond die propagandafilm die de VPRO begin januari uitzond ten behoeve van Kaags premier-campagne.
Is het ergste dát die propagandafilm überhaupt werd uitgezonden?
Lees verder op:
Aan de belastingbetaler – Briefje van Jan
Leon de Winter: BOZE RETORIEK VAN SIGRID KAAG
In een opiniestuk dinsdag in de Volkskrant waarschuwt Sigrid Kaag voor ophitsende politieke retoriek. Daarin toonde Marcel van Dam, voormalig PvdA-minister en jarenlang voorzitter van de Vara, zich op 15 februari 1997 een meester: in een tv-confrontatie noemde hij Pim Fortuyn „een buitengewoon minderwaardig mens.” Vanaf dat moment was Fortuyn het doelwit van haat. Ondanks dat ophitsen bleef Van Dam een gevierd lid van het establishment. Kaag schrijft dat zij zich, behalve over politici, vooral zorgen maakt „over de veiligheid van gewone mensen”. Zij noemt twee voorbeelden: Donald Trumps anti-moslimretoriek zou in 2016 het aantal „anti-moslim ’hate crimes’ met een derde [hebben] doen toenemen”. En Trumps opmerkingen over het Chinese virus zouden „anti-Aziatische haatincidenten” hebben doen stijgen. „Gewone mensen” zouden daarvan de dupe zijn.
Kaags spinteam kan dat noteren omdat niemand die beweringen natrekt; iedereen die voor haar telt, is het met haar eens. De redactie van de Volkskrant houdt dergelijke beweringen ook graag in leven, dus van die kant kwam er ook geen correctie. Maar Donald Trump heeft nooit anti-moslimretoriek bedreven, zoals hij nooit anti-Joodse opmerkingen heeft gemaakt. Als er sprake is van gevaarlijke retoriek, betreft die akelig vaak retoriek ter demonisering van Donald Trump, die van het Kwaad moet worden beticht omdat het doel, zijn verdwijning als bedreiger van het establishment, heiliger is dan de waarheid over zijn uitspraken. Geen twijfel, er komen in de VS en elders ’hate crimes’ voor. De FBI houdt ze bij, opgedeeld in categorieën. Dit is de top drie in de categorie die haat op basis van vooroordelen over religieuze groepen omvat: van de 1650 gevallen in 2019 ging het in 60,3 procent van de gevallen om anti-Joodse haat, in 13,3 procent om anti-islamitische haat, en in 7,6 procent om anti-christelijke. De haat betreft dus vooral Joden, niet moslims.
Chinezen.
Trumps definitie van het coronavirus betrof niet Chinezen als etnische categorie, maar de Chinese Communistische Partij, die hij verantwoordelijk hield voor de uitbraak. Het zijn in Amerika niet „white supremacists” die Aziaten lastigvallen: het zijn overwegend zwarte Amerikanen die dat doen, en zij doen dat niet omdat Donald Trump hen daartoe oproept. Ook laat Kaag onbenoemd dat de haat tegen Joden vaak eveneens door zwarte Amerikanen wordt geuit. Het zijn nuanceringen die in haar anekdotes ontbreken omdat ze de strekking ondermijnen die zij aanbiedt, en die luidt: de ophitsende retoriek van Trump leidde tot haat.
Buitengesloten.
Kaags opiniestuk benadrukt de rol van „empathie, vertrouwen, matiging”. Dat is mooi. Maar hele delen van de bevolking voelen zich buitengesloten van essentiële besluitvormingsprocessen ten aanzien van de inrichting van de samenleving. Overheidsorganen trekken schermen op rond documenten. De rol van milieuclubs, lobbyisten en multinationals onttrekt zich aan beoordeling. De positie van volksvertegenwoordigers lijkt geheel te zijn opgeslokt door partijbelangen. Het zelfbeschikkingsrecht van het Nederlandse volk is gebroken door machten die weinig burgers nog kunnen doorgronden. Het hoogtepunt van bizarre politieke besluiten betreft het verbranden van hout om daarmee het lozen van CO2 in de atmosfeer te doen afnemen; Ronald Plasterk heeft die gekte op deze plek meerdere keren gefileerd.
De meeste mensen hebben vertrouwen, maar tegelijkertijd „voelen” ze – meer dan voelen is er niet bij door de interne loyaliteiten in Haagse kringen waardoor onwelgevallige feiten onder het tapijt verdwijnen – dat ze er niet toe doen wanneer het gaat om kwesties als migratie, de indeling van wijken en het landschap, overbevolking, energie- en klimaatpolitiek, zorgkosten, onderwijs. Daarover heerst een ongrijpbare elite van politici, media, academici, die de pretentie hebben te kunnen en mogen oordelen over wat „de” waarheid inhoudt, „de” wetenschap, „de” toekomst. Daarnaast is het ook lastig om te blijven vertrouwen op de deskundigen van het establishment wanneer zij private belangen hebben die medebepalend zijn bij hun publieke standpunten. Hebben die hun keuzes beïnvloed? Wie hebben zich tijdens de coronatijd kunnen verrijken? Kaag keert zich in haar stuk tegen „tribalisme, verdachtmaking en verbittering”. Dat is terecht.
Het is echter de vraag bij welke bevolkingsgroepen die kenmerken onevenredig vaak voorkomen. „Intimiderende retoriek kan individuele politici in gevaar brengen”, zo vat de Volkskrant Kaags stuk samen. Turkse en Marokkaanse Nederlanders staan dag en nacht bloot aan dergelijke retoriek wanneer zij zich laten voorlichten door de media van hun landen van herkomst. Als geen ander is Sigrid Kaag op de hoogte van de anti-Joodse en anti-Israëlische retoriek in de Palestijnse media, die elke dag bol staan van tribalisme, verdachtmakingen en verbittering. Kaag moet in haar artikel veel onbenoemd laten aangezien zij de feiten niet kan gebruiken die zouden opdoemen als zij vollediger is over de gevaren van „intimiderende retoriek”; ze zouden als een boemerang naar haar terug knallen. Vanwege het gevaar voor klimaatverandering wil Kaag het vliegverkeer beperken. Maar als zij naar Luxemburg moet, neemt zij het energievretende regeringsvliegtuig. Dit is wat politici zich veroorloven wanneer zij weten dat er op geen enkele hypocriete actie enige sanctie volgt. Wat overblijft is boze retoriek, zoals deze column.
Leon de Winter, 30 juni 2021