Israël II

Eén keer dan. Over Israël, Joden en het conflict met de Palestijnen.

Flag_of_Israel.svg

Ik had mij voorgenomen om ver te blijven van het Israël-Palestina-conflict. Dit is een pagina van de Open Joodse Gemeente Klal Israël en gaat over onze visie op en beleving van het Jodendom. In een eerdere bijdrage hier schreef ik wel over Israël als spiritueel centrum en als verzekeringspolis in de ogen van veel Joden, maar niet over dat veel besproken conflict. Wel meldde ik geen moeite te hebben met kritiek op Israëlisch regeringsbeleid, want dat hebben veel Joden ook, net als op het kabinet Rutte. De vorm die kritiek op Israël echter soms aanneemt, is grensoverschrijdend, nadert soms antisemitisme.
De reden dat ik aan dit onderwerp nu toch aandacht geef, is omdat onder veel andere bijdragen hier -die niet over Israël gaan- vroeger of later iemand toch daarover begint. In het vervolg kan ik die simpelweg hierheen verwijzen. Ik probeer hier de feiten als uitgangspunt te nemen, maar onvermijdelijk zal ook mijn persoonlijke mening soms doorschemeren. Dat is dan enkel dat, want OJG Klal Israël heeft hierover geen mening en de leden hebben -want Joden- ongetwijfeld onderling zeer verschillende opvattingen.

1. Over het ontstaan en bestaansrecht van de huidige staat Israël

Het in Europa welhaast endemisch antisemitisme bracht rond de voorlaatste eeuwwisseling de Joods-Oostenrijkse journalist Theodor Herzl tot de conclusie dat Joden enkel veilig konden zijn in een eigen staat. Ook in Oost-Europa groeide onder politiek bewuste Joden die opvatting, als gevolg van de pogroms eind negentiende en begin 20e eeuw. Het Zionisme was geboren: de beweging die streeft naar een eigen veilige staat voor Joden. Daarbij is ook weleens gedacht aan andere locaties dan die waar Israël uiteindelijk kwam, maar op historische en spirituele gronden leek dat de meest logische locatie. Ook omdat in wat toen Palestina werd genoemd, door de eeuwen heen altijd Joden hebben gewoond, ook nadat de Romeinen in 135 na het begin van de gewone jaartelling grote delen van de Joodse bevolking verjoegen; dat waren vooral stadsbewoners.
Naast Joden woonden er ook Arabieren, deels nomaden, en Jeruzalem bijvoorbeeld was door de eeuwen heen een gemengd Joods-Arabische stad.

11377122_847653571956153_6246933966882340671_n

Staatsrechtelijk hoorde Palestina al eeuwen bij het Ottomaanse (Turkse) Rijk dat echter in de negentiende eeuw verzwakte en in de Eerst Wereldoorlog als één van de As-mogendheden ten onderging, net als het Oostenrijkse Keizerrijk. Al ten tijde van die Eerste Wereldoorlog hadden de toenmalige overwinnende grote mogendheden Engeland en Frankrijk het Midden-Oosten verdeeld in het zgn. Sykes-Picotpact, vaak -op de kaart nog te zien- met de lineaal waarbij vooral goed gekeken werd naar de verdeling tussen hen van de toen bekende oliebronnen. Palestina had daarbij niet echt prioriteit, want was dor, onvruchtbaar en bevatte geen olie. De na de Eerste Wereldoorlog opgerichte Volkenbond -voorloper van de Verenigde Naties- droeg de Britten op Palestina te besturen als mandaatgebied van de Volkenbond.

Eigenlijk al vanaf het ontstaan van het Zionisme trokken (vaak: vluchtten) groepen Joden naar Palestina en startten daar collectieve agrarische nederzettingen (kibboetzim), waarbij zij land kochten van de lokale Arabische bevolking met geld dat door rijke Joden in Europa werd beschikbaar gesteld. De landbouwnederzettingen werden vaak gerund door goed opgeleide Europese Joden die met hun landbouw- en overige kennis het dorre en onvruchtbare land tot bloei brachten, vaak in goede harmonie met hun Arabische buren, die daar zeer van profiteerden, zowel door de irrigatie als landaankopen.
De Zionistische beweging probeerde nu steun te verwerven voor de nagestreefde eigen natie, inmiddels ontegenzeglijk bedoeld in Palestina te komen. In 1917 zegde de Britse regering hieraan haar steun toe, middels de Balfour Verklaring, mede in ruil voor Joodse medefinanciering van de oorlogsinspanningen. Er kan overigens niet gezegd worden dat de Britten daarna ooit meewerkten aan de nakoming van die toezegging. Wel werd in 1920 in het Verdrag van San Remo die toezegging overgenomen door ruim 50 landen, met de expliciete toezegging voor een Joodse natie in een gebied veel groter dan het huidige Israël. Met dat verdrag werd feitelijk de volkenrechtelijke basis gelegd voor de stichting van de Joodse Staat Israël.
Maar veel gebeurde er verder niet, terwijl ondertussen de stroom Europese Joden richting Palestina groeide en steeds meer Joodse nederzettingen ontstonden. De politieke machinaties van de Grote Mogendheden en hun wens om invloed te houden in de (olierijke) gebieden van het Midden-Oosten, leidde ertoe dat een veelheid aan Arabische landen ontstond met als staatshoofd een lokale emir die schatplichtig was en bleef aan de Europese Grote Mogendheden (de VS speelden tot de Tweede Wereldoorlog geen rol), maar zich koning mocht noemen van Saoedi-Arabië, (Trans-)Jordanië, Irak, enz. Verdeel & heers was een geliefde strategie van m.n. de Fransen en de Engelsen.
Diezelfde Engelsen zagen zich in hun mandaatgebied Palestina geconfronteerd met steeds meer hoog opgeleide Europese Joden die zich niet zo makkelijk het bos in lieten sturen als de lokale Arabische bevolking. Het feit dat die Joodse nederzettingen veel vruchtbaarder waren (door hard werken en slim handelen zélf bereikt!) dan de grond van hun Arabische buren, begon ook tot spanningen tussen Joden en Arabieren te leiden, vooral ook door lokale onruststokers.
De Britten hadden hier geen trek in en probeerden de verdere instroom van Joden te stoppen, wat weer leidde tot verzet van de Joden. Het steeds repressiever Brits optreden en de vaker voorkomende botsingen met lokale Arabieren leidde ertoe dat de Joden zich gingen bewapenen.
Eén van de voornaamste aanstichters van de oplopende spanningen tussen de lokale Arabische bevolking en de Joden was de Grootmoefti van Jeruzalem, Haj Amin al-Hoesseini, overigens een oom van de latere PLO-leider Yassir Arafat. De Grootmoefti stond bekend om zijn opruiende radiotoespraken tegen Joden en had als Islamitisch wetsgeleerde groot gezag.

Inmiddels was in Europa de Tweede Wereldoorlog uitgebroken met als bekend gegeven de poging tot uitroeiing van alle Joden door Hitler, resulterend in circa zes miljoen Joodse slachtoffers. Een trouwe bondgenoot van Hitler was de Grootmoefti van Jeruzalem, de eerder genoemde Haj Amin Al-Hoeseini. Er zijn nog foto’s waar de Grootmoefti samen met Hitler de moslimbataljons van de Duitsers inspecteerde.
Na de Tweede Wereldoorlog had de Zionistische leiding het moreel gelijk aan haar kant: de Joden in Europa waren niet enkel vermoord door de nazi’s en hun bondgenoten, maar ook gruwelijk in de steek gelaten door de andere volken. Europese landen, Nederland incluis, stuurden Joodse vluchtelingen tot 1940 terug, een wisse dood tegemoet. De geallieerden lieten nooit één bom vallen op de spoorlijnen richting de vernietigingskampen, ook toen al lang duidelijk was wat daar gebeurde. De Russen hebben tijden gewacht, aan de stadsgrens, met het veroveren van Warschau, tot de nazi’s de opstand in het getto hadden neergeslagen en al die lastige Joden hadden vermoord. En die lijst kan, helaas, eindeloos doorgaan.

600709_10153332441277041_6548923426938222938_n

Met de Tweede Wereldoorlog had de Volkenbond opgehouden te bestaan en daarmee het volkenrechtelijk mandaat voor het Brits bestuur. Er was inmiddels onder leiding van een internationale commissie en onder auspiciën van de Verenigde Naties een verdelingsplan voor Palestina opgesteld, waarmee de Joden akkoord gingen, maar de Arabieren (incl. de overige Arabische landen) niet, hoewel de laatsten het grootste deel kregen en de Joden het kleinste, minder dan het grondgebied van Israël nu, zonder bezette gebieden. Dit verdelingsplan werd in 1947 door de Veiligheidsraad en Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen.
In 1948 riep de Joodse leiding de Israëlische Staat uit, met een eigen krakkemikkig legertje, voornamelijk bestaand uit de vroegere zelfbewapende bewoners van nederzettingen. Omdat het een internationaal spanningsgebied was en Israël nog niet als erkende staat bestond, was wapenexport daar naar toe niet toegestaan, dus het “Israëlische leger” had zich weliswaar zo goed mogelijk voorbereid op vijandigheden, maar beschikte absoluut niet over bewapening die ook maar enigszins vergelijkbaar was met die van de legers van de omringende Arabische landen die, direct volgend op de onafhankelijkheidsverklaring, het jonge land binnenvielen om de Joden de zee in te drijven. Dat de puur voor overleving vechtende Israëli’s dat goed doorstonden en zelfs beter verdedigbare grenzen wisten te verwezenlijken dan in het verdelingsplan voorzien, was een wonder. Maar de afstand van Tel Aviv aan zee tot de Jordaanse grens (nu de Westbank) was hemelsbreed nog steeds maar zo’n 15 kilometer en het was bepaald geen vrede na het staken van de vijandelijkheden.

2. De vluchtelingenproblematiek.

Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog zijn zo’n 900.000 Arabieren weggevlucht uit Israël. Een deel ging eigener beweging, daartoe o.a. aangezet door de -daar is ‘ie weer- Grootmoefti van Jeruzalem die in zijn radiopraatje de afschuwelijkste wreedheden voorspiegelde die achterblijvende Arabieren onder Joods bewind zouden wachten. Maar een deel is ontegenzeglijk ook verjaagd omdat dat wel goed uitkwam. Het valt niet te ontkennen dat er zich in die periode taferelen van ‘ethnic cleansing’ voordeden, want in de ogen van veel Israëlische soldaten en politici waren de Arabische inwoners (de term Palestijnen kwam pas in de jaren ’60 op) een vijfde colonne die wel zou samenwerken met de binnenvallende Arabische legers (wat óók gebeurde). Zoals Nederland ‘foute’ politieke stromingen kende, geldt dat ook Israël: sommige politici van extreem-rechtse signatuur willen ook nu (nog, of weer) Arabische Israëli’s het liefste uitzetten.
Overigens werden rond Israëls onafhankelijkheid in 1948 ongeveer evenveel Joodse inwoners uit Arabische landen verjaagd als Arabieren uit Israël vertrokken (en vele anderen vermoord), die daar al vele eeuwen woonden. Bloeiende Joodse gemeenschappen in Alexandrië, Aleppo en vele andere steden, verdwenen volledig.

Wat gebeurde er met al die vluchtelingen?

De circa 900.000 Joodse vluchtelingen uit Arabische landen werden allemaal opgenomen in het jonge kleine landje en gingen op in de smeltkroes die de Israëlische bevolking werd. Daaronder overigens ook alle achtergebleven Arabieren die volledig Israëlisch staatsburgerschap kregen (zonder dienstplicht) met volledige godsdienstvrijheid en nu tegen de 25% van de bevolking uitmaken. Sommigen van hen werden Israëlisch ambassadeur, voorzitter van het Hooggerechtshof of hoge officier in het leger.
Israël heeft later ook groepen gevluchte Arabieren laten terugkomen, m.n. in het kader van gezinshereniging, maar het merendeel van de Arabische vluchtelingen bleef in Libanon, Syrië en vooral Jordanië in vluchtelingenkampen. De Arabische landen weigerden massaal om hun Arabische broeders op te nemen, vermoedelijk om het ‘vluchtelingenprobleem’ als politiek wapen tegen Israël in stand te houden. Er is speciaal voor hen een VN-vluchtelingenorganisatie opgericht (UNWRA) die met voornamelijk Westers geld wordt gefinancierd; niet door de Arabische broedernaties. En, niet eerder zo gezien, er werd vastgelegd dat ook de nazaten van die vluchtelingen ‘vluchteling’ bleven, zodat het politieke vluchtelingenargument nu zo’n 3,5 miljoen mensen telt, nog grotendeels wonend in diezelfde vluchtelingenkampen. Hoewel ze, om diezelfde politieke redenen, nog steeds ‘kampen’ worden genoemd, hebben ze zich vaak ontwikkeld tot complete steden met alles watdaarbij hoort.
Eén van de vele problemen in het Israëlisch-Palestijnse conflict is dat de woordvoerders van de PLO altijd hun eis op tafel hielden dat ‘alle vluchtelingen’ -nu dus zo’n 3,5 miljoen- terug moesten kunnen naar ‘hun huis’. Wat dit aantal zou betekenen in dat smalle strookje grond met 7 miljoen inwoners (waarvan ruim 5 miljoen Joods), laat zich raden.

11118477_847412801980230_3176055045332559713_o

3. De bezetting

Israël krijgt vaak het verwijt grond van andere landen, of van Palestijnen, illegaal bezet te houden. Laten we eens kijken waarover we het dan hebben: het gaat dan om land dat m.n. in de oorlog van 1967 door Israël werd veroverd.
In dit verband is het wezenlijk even te noemen dat in 1965 de toenmalige regering-Esjkol de Arabische buurlanden vrede aanbood in ruil voor erkenning van Israël en de toen geldende internationaal erkende grenzen; internationaal erkend, maar niet door de Arabische landen, want die erkenden Israël niet. Zouden de Arabische landen toen het aanbod hebben aangenomen, zou er nooit sprake zijn geweest van ‘bezette gebieden’.
In 1967 vielen alle buurlanden Israël gelijktijdig en onaangekondigd aan; zij zouden de Joden nu eens definitief de zee in drijven. Ondanks de numerieke overmacht eindigde die oorlog in een Israëlische overwinning, waarbij de Syrische Golanhoogvlakte (strategisch hoog gelegen, van waar af heel Noord-Israël beschoten kan worden), Jordaans grondgebied ten westen van de Jordaan (nu vaak ‘Westbank’ genoemd), de Egyptische Gazastrook en de Egyptische Sinaïwoestijn uiteindelijk achter de Israëlische frontlinie lagen die de demarcatielijn werd bij het staken der vijandelijkheden.
De Israëlische regering, na 3 oorlogen in nog geen twintig jaar (1948, 1956 en 1967) met omringende landen met numerieke overmacht, realiseerde zich met deze bezette gebieden een betere uitgangssituatie te hebben bij een volgende conflict: een beter verdedigbaar land met buitengrenzen die nog steeds niet ver weg lagen, maar minder dicht bij de grote Israëlische bevolkingscentra dan eerst (Tel Aviv bijvoorbeeld maar 15 km van de Jordaanse grens!). Immers was het maar de vraag of Israël iedere volgende oorlog opnieuw zou winnen en verlies zou het einde van Israël zijn (‘Joden in zee drijven’ was immers het doel). Bovendien: men had nu wisselgeld voor onderhandeling met de buurlanden. De Israëlische regering gaf aan bereid te zijn bezette gebieden te ontruimen in ruil voor vrede met erkenning van Israël, met twee kanttekeningen: Jeruzalem zou de hoofdstad van Israël blijven en er zouden geringe strategische grenscorrecties mogelijk moeten zijn om de veiligheid van Israël te waarborgen. De Arabische landen spraken uit nooit afzonderlijk met Israël over vrede te zullen onderhandelen. Zoals we verderop zullen zien, was deze afspraak niet zo hard.

In 1973 was het weer zover: op Jom Kippoer, Grote Verzoendag, vielen alle Arabische buurlanden Israël opnieuw binnen. Jom Kippoer is de belangrijkste Joodse feestdag; een dag waarop Joden vanaf de voorafgaande zonsondergang niet eten en niet drinken en die zij in principe de hele dag in sjoel (de synagoge) doorbrengen. Een slechtere dag was voor Israël niet denkbaar en het was nu echt erop of eronder. Het heeft niet veel gescheeld, maar Israël bleef overeind: Israël werd niet verslagen, maar een echt makkelijk gewonnen oorlog was het bepaald niet, zij het dat de Arabische landen opnieuw niet slaagden ‘de Joden de zee in te drijven’.

De wetenschap dat overwinnen dus niet zo vanzelfsprekend meer was na 4 oorlogen in 25 jaar en waarbij iedere Israëlische familie (dienstplicht geldt voor mannen en vrouwen) slachtoffers had te betreuren, versterkte de Israëlische regering in het standpunt ‘land voor vrede’; bezet gebied ontruimen we enkel in het kader van een vredesregeling.
Het eerste moment daarvoor kwam in 1979 toen de Egyptische president Anwar Sadat een vredesverdrag met Israël tekende waarbij hij aangaf de Gazastrook helemaal niet meer te willen hebben (“Geef die maar aan de Palestijnen”, was zijn houding), maar wel de Sinaï-woestijn, die dan ook prompt door Israël ontruimd werd en aan Egypte overgedragen. ‘Land voor vrede’; Israël deed zijn woord gestand.

Foto onder. Arabië was ooit multicultureel waar joden goed geintegreerd waren.De Stad Medina was rond het jaar 600 een Joods Arabische stad met twee Arabische en drie Joodse stammen. De Joodse stammen werden alle drie uitgemoord. Nog steeds claimen Arabieren en Palestijnen dat de joden hun land bezetten.

14232629_1162373323824396_3712644731261998747_n

Laten we de resterende bezette gebieden eens nader bekijken:

a). De Golanhoogte. De hoogvlakte van Golan is van strategisch belang, want van daar af kan zo een beetje heel Noord-Israël beschoten worden. Op de Golanhoogte bevinden zich een aantal Druzen-nederzettingen, maar verder is er weinig van waarde. Druzen vormen een afwijkende stroming binnen de Islam en de meeste Druzen voelen zich veiliger onder Israëlisch bestuur -waar volledige godsdienstvrijheid bestaat- dan onder het bestuur van Syrië waar het officieel deel van uitmaakt. Immers is godsdienstvrijheid in Arabische landen niet bepaald vanzelfsprekend. Syrië heeft zich nooit zo bekommerd om de Golan-bezetting, dus wellicht liggen hier wat strategische grenscorrecties voor de hand, bij een ooit te sluiten vrede met Syrië. Maar Israël is bereiden te onderhandelen over volledige ontruiming.

b). De Gaza-strook. Oorspronkelijk (nou ja..) Egyptisch gebied, maar Egypte wilde het niet terug bij de in 1979 ondertekende vredesverdragen tussen Egypte en Israël. Daarbij speelde ook een rol dat de Gaza-strook volgens het VN-verdelingsplan deel zou uitmaken van een Palestijnse staat (net als de Westbank) maar in 1948 door Egypte bezet werd (zoals de Westbank in 1948 door Jordanië). Israël heeft altijd aangegeven dit onderdeel te willen laten zijn van een akkoord met de Palestijnen, met de Westbank.
Waar Israël de Palestijnen -vooruitlopend op een vredesakkoord- zelfbestuur toekende in Gaza en op de Westbank, besloot de Israëlische premier Ariël Sharon een stap verder te gaan en wilde daadwerkelijk ontruimen. In 2005 werd de Gaza-strook door Israël, met harde hand, ontruimd om het volledig over te dragen aan de Palestijnen. Met harde hand, omdat zich in de Gaza-strook ook een aantal Joodse nederzettingen bevonden, die niet vrijwillig wilden vertrekken. Voor Israël telden die nederzettingen minder zwaar dan het door de Knesset (Israëlisch parlement) genomen ontruimingsbesluit dat wellicht een stap naar de zo gewenste vrede met de Palestijnen kon betekenen. Dat pakte echter heel anders uit.
Eén van Israël’s grootste problemen in onderhandelingen met de Palestijnen was altijd wie de gesprekspartner namens de Palestijnen zou zijn. Dat probleem manifesteerde zich volop bij verkiezingen die zouden moeten leiden tot een gecombineerd Palestijns bestuur voor Gaza en de Westbank. Hamas was sterk in Gaza en de PLO op de Westbank en toen partijen niet bereid en in staat waren de verkiezingsuitslag te vertalen naar één bestuur voor beide gebieden, scheidde Hamas zich a.h.w. af en nam het bestuur in Gaza over, terwijl de PLO de Westbank bestuurde.
Hamas stelt zich veel onverzoenlijker op dan de PLO en voert op de Gaza-strook een steeds meer fundamentalistisch-islamitisch schrikbewind in. Hamas erkent Israël niet en heeft nog steeds in zijn handvest als doel ‘de Joden de zee in te drijven’.
De facto is Gaza zelfstandig, maar omringd door Israël en, aan de zuidkant, Egypte. Hamas voegt de daad graag bij het woord en vuurt vanuit de Gaza-strook dagelijks raketten af op Israël, zodat bewoners van nabij gelegen Israëlische steden als Sderot nu regelmatig de schuilkelders in moeten, inmiddels ook de vorm aangenomen hebbend van bijvoorbeeld bushokjes. Wanneer van tijd tot tijd die beschietingen echt de pan uit rijzen, treedt Israël met groot militair vertoon op, daarbij onvermijdelijk veel schade berokkenend en slachtoffers makend, waarna het zich weer terugtrekt, want het zoekt geen gebiedsuitbreiding. Hamas bleek ondertussen meester in het bouwen van tunnels waardoor Hamasterroristen naar Israël kunnen om aanslagen te plegen.

c). De Westbank. De westelijke oever van de Jordaan is een gebied dat in het oorspronkelijk verdelingsplan Palestijns zou worden (net als Gaza), maar dat plan werd door de Arabieren (Palestijnen) verworpen. Vanaf 1948 werd het bezet door Jordanië (zoals Gaza door Egypte) en in 1967 veroverd door Israël. Jordanië heeft inmiddels formeel afstand gedaan (voorzover je dat kunt van bezet gebied…), dus eigenlijk is de Westbank niet eens bezet gebied; het behoort namelijk aan niemand toe. Israël wil zich -binnen redelijke grenzen- nog steeds houden aan het door de Arabieren (Palestijnen) afgewezen verdelingsplan en wil de Westbank (‘land voor vrede’) inbrengen in vredesonderhandelingen met de Palestijnen. Echter spelen daarbij een aantal problemen:
– met wie kan Israël onderhandelen namens de Palestijnen? Immers: een akkoord met de PLO leidt niet tot staken door Hamas van het dagelijks afvuren van raketten op Israël.
– de PLO en Hamas eisen beide dat alle (inmiddels 3,5 miljoen) Palestijnse vluchtelingen terug mogen naar Israël. Dat zou, puur op demografische gronden, het einde betekenen van de Joodse staat Israël.
– de status van Jeruzalem. Voor Israël de ongedeelde hoofdstad van de eigen Joodse staat, maar de Palestijnen claimen ‘Al Quds’ evenzeer als hoofdstad.

Veel kritiek is er ook op de Joodse nederzettingen op de Westbank, initiatief van m.n. religieus geïnspireerde kolonisten die vinden dat de Westbank, als het bijbelse Samaria en Judea, bij Israël hoort. Anderzijds is dit ook wisselgeld: de Israëlische premier Sharon liet in 2005 in Gaza zien nederzettingen probleemloos te ontruimen, wanneer dat de doelstellingen dient.

In 2000 lag er, in Camp David, een concept-akkoord van de Amerikaanse president Bill Clinton, op voorstel van de Israëlische premier Ehud Barak. 97% van de ‘bezette gebieden’ zou worden overgedragen aan de Palestijnen, voor Jeruzalem zou een gemengde bestuursstatus gelden als Hoofdstad van Israël en van Palestina, met Palestijns bestuur over een groot deel, waaronder -heel gevoelig voor zeer religieuze Joden- o.a. de Tempelberg en de Rotskoepelmoskee, en 30 miljard dollar compensatie voor de vluchtelingen in ruil voor afzien van hun recht op terugkeer.
Yassir Arafat weigerde echter; hij vond het te weinig en wilde niet het recht op terugkeer van de inmiddels 3,5 miljoen ‘vluchtelingen’ opgeven. Vermoedelijk was hij vooral bang een compromis aan zijn achterban te moeten verkopen.
Sindsdien wordt de Westbank door de PLO bestuurd, onder Israëlisch militair gezag, wachtend tot er wél een oplossing komt.

4. Israël behandelt de Palestijnen niet rechtvaardig.
Dit is één van de lastigste ‘verwijten’. De PLO heeft lange tijd terreuraanslagen gebruikt in haar strijd tegen Israël, en Hamas doet dat nog steeds. Vele Israëlische gezinnen verloren man, vrouw of kind bij aanslagen op openbaar vervoer, pizzeria’s, etcetera. De overlevende kinderen doen dienst in het Israëlische leger, ook bij roadblocks en andere controles op potentiële terroristen. Dat soms, bijv. door emoties bij een individuele soldaat, dingen fout gaan, staat buiten kijf. Dat zich misstanden voordoen, ook, evenzeer als dat gebeurde bij Nederlandse soldaten tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië. Het gaat er soms hard aan toe wanneer die op het oog vriendelijke Palestijnse bouwvakker opeens een bomgordel ontsteekt; zelfmoordterrorist blijkt, verheerlijkt door zijn familie die hem nu martelaar noemt en daarvoor een forse financiële tegemoetkoming krijgt uit ‘onbekende bron’ (Saddam Hoessein o.a., nog als president van Irak). Of toch alleen maar die bouwvakker blijkt te zijn, die geen kwade bedoelingen had, maar in welvarend Israël zijn brood wil verdienen.
Bekend is, o.a. uit onverdachte bronnen als Amnesty International, dat Hamas bewust kinderen gebruikt voor zelfmoordaanslagen, raketten afschiet vanuit ziekenhuizen en kleuterscholen, en dat dan bange dienstplichtige soldaten overtrokken reageren op stenen gooiende kinderen, is fout, maar moet wel in perspectief worden gezien. Én wordt vervolgd en berecht.
Feit is dat de rechtstaat Israël, de enige in het Midden-Oosten, aantijgingen van misstanden onderzoekt, berecht en bestraft.
Feiten zijn ook dat de levensstandaard in de ‘bezette gebieden’ een kwart hoger ligt dan in omringende landen, dat Israël 7 universiteiten opende in de ‘bezette gebieden’ en legio andere scholen, waardoor het opleidingsniveau daar ook veel hoger is, zoals dat ook geldt voor de gezondheidszorg.
Wanneer aan Palestijnen in Israël gevraagd wordt welke nationaliteit zij zouden kiezen bij een tweestatenoplossing, de Israëlische of de Palestijnse, kiest 70% voor de Israëlische. Waarom? Israël is de enige democratie en rechtstaat in het Midden-Oosten, het enige land in de regio met volledige godsdienstvrijheid, waar christenen, joden, moslims, sjiïeten, soenieten, alawieten, druzen naast elkaar leven zonder elkaar te vermoorden. Daaraan kunnen andere landen in de regio een voorbeeld nemen.

Conclusie:
Israël is géén perfect land en op het beleid van de huidige regering -zoals op het kabinet Rutte- valt veel kritiek uit te oefenen. En ja, Israël maakt en maakte fouten in de omgang met Palestijnen (zoals Nederland in Indonesië ten tijde van de politionele acties). Maar het is Israël niet te verwijten dat er niet één duidelijke partij is met wie namens de Palestijnen onderhandeld kan worden. Israël ging ver in onderhandelingen, maar de wederpartij wilde geen millimeter toegeven.
Israël is de enige democratie in het Midden-Oosten en het enige land in de regio met volledige godsdienstvrijheid, waar christenen, joden, moslims, sjiïeten, soenieten, alawieten en druzen naast elkaar leven zonder elkaar te vermoorden. Daaraan kunnen andere landen in de regio een voorbeeld nemen. Zoals dat ook geldt voor tolerantie met betrekking tot bijvoorbeeld vrouwenrechten (onder Hamas verwordt Gaza weer tot een typisch vrouwonvriendelijk Arabisch gebied) en homorechten (Tel Aviv, met z’n eigen Gay Pride, steekt Amsterdam naar de kroon als Gay Capital of the World).
Waar de Groot-Moefti van Jeruzalem, Hitler’s bondgenoot Haj Amin Al-Hoesseini, tijdens de Israëlische onafhankelijkheidsoorlog in zijn radiopraatjes de Joodse wreedheden in het vooruitzicht stelde aan Palestijnen die niet vluchtten, hebben zij nu een onbeperkt burgerrecht, de Israëlische nationaliteit, en worden Israëlisch ambassadeur, rechter, hoogleraar of parlementslid.
Oordelen over Israël mag, maar: gelijke monnikken, gelijke kappen. Waarom zouden Israëlische producten geboycot moeten worden vanwege ‘de bezetting’, maar hoor je niemand over de bezetting van Westelijk Sahara door Marokko, of van Noord-Cyprus door Turkije?
Moeten Joden soms aan hogere standaarden voldoen dan andere mensen?

Last, but not least: Joden hielden een collectief trauma over aan pogroms, christelijke zwartmakerij en tenslotte de sjoa (holocaust): Joden zijn vogelvrij en kunnen zich niet verdedigen. Het feit dat er nu een land is waar iedere Jood altijd terecht kan wanneer het elders weer fout loopt, waar Joden zich wél en zelfs zeer effectief verdedigen, is de collectieve verzekeringspolis van alle Joden. Hebben zij daar, met deze geschiedenis, geen recht op?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s