Milton Friedman en zijn Chicago Boys, het brein achter het neoliberalisme..

Foto: Milton Friedman. (Brooklyn, 31 juli 1912 – San Francisco, 16 november 2006) was een Amerikaanse econoom en voorvechter van het vrijemarktkapitalisme en een beperkte overheid.  ( Laatste update: 29-10-22)

download

De econoom Milton Friedman. Een van grote pleitdragers voor de vrije markt uit de 20ste eeuw. Friedman wordt gezien als een van de meest invloedrijke economen van de vorige eeuw. Zijn economische visie was met name in de jaren ’80 van de vorige eeuw terug te vinden in het economisch beleid van diverse westerse landen. Milton Friedman en zijn Chicago Boys, het brein achter het neoliberalisme.

Globalisering onvermijdelijk.
Is dat zo?  “De wereld veranderd nou eenmaal” is de veel gehoorde dooddoener en cliché van diegene die de economische liberalisering als iets onvermijdelijks zien. Terwijl het ook maar gewoon mensenwerk is.

Liberalisering is onomkeerbaar en even onvermijdelijk als de zonsondergang. Voor de meeste agrariërs is prijsdaling voor hun producten dus ook even onvermijdelijk als de seizoenen, en daarmee is boos worden op liberalisering hetzelfde als boos worden op de regen. Geen treffender uitspraak van een assistent-regenmaker, maar bijzonder wrang voor al diegene die niet de gelegenheid hebben om te schuilen voor de permanente hoosbui als gevolg van de economische klimaatsverandering, terwijl de regenmakers zelf heerlijk droog zitten.

Nee het heeft geen zin om boos te worden, om het feit dat juist door liberalisering, één vijfde tot een kwart van de wereldbevolking, vooral boeren, het de afgelopen 25 jaar, slecht tot véél slechter heeft gekregen.

Toch was er aan de top van de Wereldbank, wier voornaamste doelstelling is, de armoede uit te bannen, iemand heel boos. In 1999 nam, zoals het heet, Chef-econoom Prof. Joseph E. Stiglitz ontslag bij de Wereldbank, officieel om te onderzoeken waarom liberalisering in ontwikkelingslanden zo vaak mislukte. Waarom de soms respectabele economische vooruitgang als sneeuw voor de zon verdween met de bemoeienis in het binnenlandse economisch politieke beleid van arme landen. In werkelijkheid was de professor ontslagen vanwege zijn aanhoudende kritiek op het marktfundamentalisme van de bank bij haar onverbiddelijke liberalisering eisen voor leningen aan ontwikkelingslanden. Met als gevolg een enorme achteruitgang van de levensstandaard van miljoenen burgers en boeren.

Chili.

Op 11 sept. 1973 maakte een door Pinochet geleide bloedige staatsgreep een einde aan Allendes socialistische bewind. Pinochet werd leider van een junta, die zich ten doel stelde de resultaten van Allendes beleid teniet te doen (1). Het recept hiervoor, een extreem liberaal experiment kwam niet van hemzelf maar van een elitegroep van de Universiteit van Chicago, later bekend als de ”Chicago Boys” onder leiding van Professor Milton Friedman.

“Zijn” experiment, waar ook het in 1944 opgerichte IMF en de Wereldbank een belangrijke rol in spelen, hield een heel scala van maatregelen in, kort samengevat:

  1. Liberalisering: verwijder de handelsbarrières.
  2. Deregulering van kapitaal en valutastromen.
  3. Privatisering: Verkoop de overheidsbedrijven aan (buitenlandse) ondernemingen
  4. Bezuiniging: kort drastisch op de publieke uitgaven.
  5. Verlaag de belastingen.
  6. Flexibilisering van de arbeidsmarkt, verlaag de lonen en elimineer de vakbonden.

Friedman en de Chileense dictator Pinochet.

Friedman

De elitegroep, grotendeels Zuid-Amerikaanse studenten, kreeg dankzij de staatsgreep een heel land om te experimenteren en maakte van Chili een Friedman-laboratorium. (Merkwaardig is dat op dit academische niveau kritische studenten over Friedmans doctrine op de Universiteit spoorloos verdwenen). Aan het eind van Pinochets bewind zakte de Chileense industrie in elkaar en daalde het nationaal product met 19 procent, een ernstige recessie. De werkloosheid was gestegen van 4.3 % (1973) naar 22 procent in 1983. De lonen gingen tijdens de dictatuur met 40 procent omlaag en het percentage van de bevolking dat onder de armoede leefde steeg van 20 naar 40 procent, het land was geruïneerd. Maar naar Amerikaanse c.q. IMF maatstaven was het experiment gelukt, 85 % van de bedrijven was in Amerikaanse handen. De maatregelen die uiteindelijk Chili,s redding betekenden waren een erfenis van de vermoorde Allende: Nationalisering van de kopermijnen en radicale hervormingen van de landbouw. Met andere woorden, het waren Keynes en Marx die Chili uit het moeras trokken en niet Friedman.

Het  Friedman-recept is 1 op 1 overgenomen door het IMF en de Wereldbank die het “Friedman-recept” afdwingen bij de te verstrekken leningen aan (arme) landen. Voor ontwikkelingslanden is de keus om hulp van het IMF te vragen zoiets als kiezen tussen cholera en de pest. De financiering komt er immers pas nadat er een akkoord is bereikt tussen het fonds en de regering. Dit akkoord bevat een heel scala aan knellende (sociaaleconomische) voorwaarden en becijferde doelstellingen die binnen een bepaalde tijd moeten gerealiseerd zijn. Lees verder op:

https://www.mo.be/artikel/het-imf-een-steekkaart

Desondanks werd het experiment van Friedman, een blauwdruk voor de grote verandering, de ”Nieuwe Wereldorde”, die begin jaren tachtig opkwam met de Reagan-Thatcher revolutie en de marktmetamorfose van de Siamese drieling: het IMF, de Wereldbank en de WTO, die vrijwel alle landen in een Friedman-wurggreep nam. Keynes zou zich omdraaien in zijn graf als hij wist wat er van zijn geesteskind geworden was. In de periode (1960 tot 1980) van toenemende overheidsbemoeienis en nieuwe sociale voorzieningen, nam het inkomen per hoofd van de bevolking in Latijns –Amerika met 73 procent toe en in Afrika met 34 procent. Sinds het Reagan-Thatcher model is ingevoerd (1980 tot 2000), zijn de inkomens Latijns-Amerika vrijwel niet meer gestegen, minder dan 6 procent, in Afrika zelfs met 23 procent gedaald. In april 2000 bekeek Het IMF de resultaten van de globalisering en concludeerde dat een vijfde van de wereldbevolking de afgelopen 20 jaar er op achteruit is gegaan. Het geeft zelfs toe dat het ” mogelijk een van de grootste economische mislukkingen is van de twintigste eeuw”.  Feit is dat door de privatiseringen in de toekomst, het verdwijnen van  ongeschoolde arbeid en een vergrijzende bevolking steeds meer overheidssteun zal nodig hebben. In 1960 was de omvang vd economie in Nederland 12,5 miljard dollar, de uitgaven voor sociale zekerheid nog nihil. in 2020 was de omvang vd economie 800 miljard dollar en de kosten voor sociale zekerheid 100 miljard euro.

In het september (2001) nummer ’World Economic Outlook’, van het IMF, besluit men met: ”Er is geen duidelijk verband tussen kapitalistische liberalisering en economische groei”, en het voegt eraan toe: dat het een vergissing zou zijn voor (arme) landen te denken dat deelname aan een kapitalistische wereldmarkt een magische kortetermijnoplossing zou brengen voor hun problemen”. ”Armoede is”, zo schrijft Professor John Gray, van de London School of Economics, in “Vals Ochtendlicht”, “ niet het gevolg van een gebrek aan handelsvrijheid, maar een gebrek aan effectief bestuur”.

En Friedman…..die won zelfs nog de Nobelprijs voor economie voor zijn extremistische laisser-faire-theorieën.

Tegenwoordig hangt het gros van de regeringsleiders aan zijn lippen, als er één van het vijf sterrenteam: Bush, Blair, Balkenende, Brinkhorst of Bolkestein zijn mond open doet komt er Friedman uit.

Vandaag de dag kunnen we rustig stellen dat het westen en de meeste ontwikkelingslanden geregeerd worden door het bedrijfsleven, c.q. ”Amerika b.v”. Voormalig Amerikaans Landbouw minister Jim Hightower deed eens zijn beklag over het veelvuldig lobbyen van corporaties. Na zijn ambtstermijn was dat lobbyen ook verleden tijd. ” Want ze hebben de tussenpersoon weggehaald, Corporaties hoeven niet meer te lobbyen bij de regering, want ze zijn de regering ”. Sinds 2001 is Monsanto’s bestuurslid Ann Venamin minister van landbouw.” (Monsanto een zaadveredelingsbedrijf en producent van o.a. het onkruidverdelgingsmiddel Roundup en het melk stimulerend hormoon BST).

In de daarop gecreëerde ratrace is het een ijzeren wet dat er ”winners” en ”losers” zijn, waarbij de ”winners” de ”losers” graag een handje helpen. Een citaat van Intel Corporation President Andy Grove aan zijn grote bewonderaar, de andere grote profeet van de marktideologie, Thomas Friedman: ” Het doel van het nieuwe kapitalisme is om de gewonden te elimineren”. In dit rijtje past ook de opmerking van een voormalig zuiveltopman: ”de melkprijsdaling is goed voor de schaalvergroting”.

Over liberalisering merkte Greg Palast fijntjes op: ”Een niet te negeren studie toont aan dat de originele claim van `succes`, net zo`n claim is als de bewering ` dat we de oorlog tegen terrorisme zullen winnen`, – de waarheid daarvan wordt volledig bepaald door de herhaling ervan”. Maar nu een vraag: wat was ook al weer de reden dat elementaire nutsvoorzieningen zoals drinkwater en elektriciteitsbedrijven door de overheid werden gerund? O ja: de overheid heeft in principe geen winstoogmerk. Een Amerikaanse Investeringsbank ( een 100 % dochter van het IMF dat op haar beurt weer voor 51 % eigendom is van het Amerikaanse ministerie van Financiën) liet al kwijlend haar begerige blikken vallen op al die inefficiënte nutsbedrijven van de overheid. Men had inmiddels berekend dat de omzet wereldwijd zo’n vier biljoen dollar was (4000 miljard, een kleine 8 procent van het wereld bruto product), het was immers een koud kunstje deze te verveelvoudigen. Na privatisering eind negentiger jaren wisten energiemaatschappijen zoals Enron, TXU en Reliant in Californië en Texas door middel van ”toevallige storingen”, ”onverklaarbaar” uitvallen van centrales en ” onvoorziene stroomtekorten” de prijs voor energie op te drijven en hun winsten tot duizelingwekkende hoogte op te voeren, dit uiteraard ten koste van de consument.”

Ook ons kleine Nederland heeft zo zijn eigen mini-Friedman. In 1999 deed Prof. Kol, hoogleraar economie aan de Erasmus universiteit een ongemeen felle aanval op het Europese landbouw beleid. In een artikel in Agrarisch Dagblad getiteld: ” Miljarden landbouwsteun weggegooid geld”, noemde hij; ” De landbouw in Europa een hulpbehoevende sector die vier krukken (prijsondersteuning, inkomenssteun, importbescherming en exportsubsidie) nodig heeft om door te gaan en de prijzen kunstmatig hoog houden”. Maar zo voegt Prof Kol, eraan toe: ”deze subsidies hebben ook een sterk negatieve invloed op de wereldmarktprijs”

De retoriek van ”kunstmatig hoge prijzen” mag je van een marktfetisjist als Prof. Kol verwachtten, maar niet van personen uit de eigen agrarische sector. Deze uitleg verschilt wezenlijk met de belangrijkste uitgangspunten van de EU. De 4 pijlers  (interventie, prijsondersteuning, importbescherming en exportsubsidie) van het beleid waren niet meer dan een (ongelukkig) uitvloeisel om tot de Europese doelstelling te komen, namelijk een gegarandeerde voedselvoorziening en vergelijkbare inkomens in de landbouw met de rest van de samenleving. De aanname dat we vóór de invoering van de superheffing onze producten wel zouden kunnen slijten als we de prijs er van maar op het niveau van de wereldmarkt zouden brengen is even ongeloofwaardig als de hardnekkigheid van de boter en poederbergen van toen, de som van een (technische) ontwikkeling maar vooral van de niet aflatende productie stimulerende maatregelen van de overheid, voorlichting, schaalvergroting, WIR etc.

Inmiddels hebben ook de ”schandalige” landbouwsubsidies hun polariserende werking gedaan. Prof. Stiglitz hekelde o.a. de westerse landbouwsubsidies.

Deze landbouwsubsidies zijn, zoals wordt gesuggereerd, echter niet het enige probleem van boeren in ontwikkelingslanden. Gebrekkige of helemaal geen informatie, ondoorzichtige markten en inefficiënte en corrupte marketingboards zorgen ervoor dat boeren voor hun producten slechts een fractie ontvangen van de uiteindelijke prijs. En dit is precies hetzelfde probleem waar ook Europese boeren in toenemende mate last van hebben.

Bij de huidige globalisering zijn er immers veel verliezers, maar ook een aantal winnaars. De westerse banken, het Amerikaanse bedrijfsleven en, hoe kan het ook anders, het Amerikaanse ministerie van financiën.

Ik zal niet beweren dat we het hier over een complot hebben, maar de Siamese- Drieling de globaliseringsmotor, is een stinkende beerput. Desondanks werkt de PR-machinery uitstekend, Friedman`s sympathisanten c.q. supporters vind je overal, zelfs in agrarische kringen.

Milton Friedman overleed vorige week op 94-jarige leeftijd. In een interview met De Standaard (van 18 november 2006) liet Paul De Grauwe het volgende optekenen over Friedman. ‘Het geloof in de vrije markt is een belangrijke drijfveer geweest in het leven van Milton Friedman. Geloof kan echter gemakkelijk ontaarden in fundamentalisme, wanneer het tot de overtuiging leidt dat alle problemen kunnen opgelost worden door de vrije markt. Friedman had trekjes van zo’n fundamentalisme. Het wordt nu duidelijk dat de markt niet alles kan oplossen. Het milieuprobleem, bijvoorbeeld, kan niet opgelost worden zonder overheidsactie. Armoede in de wereld kan niet verbannen worden zonder overheidsingrijpen. De intellectuele uitdaging van vandaag bestaat erin de juiste mix te vinden tussen markt en overheid die ons zal toelaten die grote problemen aan te pakken. Spijtig dat Friedman ons in die uitdaging niet echt vooruit geholpen heeft.’

Enkele opvallende citaten:

“Na de langverwachte wereldcrisis, die de VS het hardst zal treffen, wacht het idee van de mondiale vrijemarkteconomie (en alle leed dat het heeft veroorzaakt) hetzelfde lot als dat van dat andere twintigste-eeuws experiment van Social Engineering, het Marxistisch socialisme, en zal het alleen nog maar geschiedenis zijn”. John Gray, in ”Vals Ochtendlicht”.

”Protectionisme is een (volks)sentiment, en protectionistische politiek wordt niet verklaard door enige liefde voor of door overheersing door het grote zakenleven, maar door een vurige wens een eigen wereld op te bouwen, te behouden en onafhankelijk te worden van alle wisselvalligheden in de rest van de wereld”. Joseph Alois Schumpeter (8 februari 1883 – 8 januari 1950) was een Oostenrijks econoom

”In de lange geschiedenis van wisselingen, is, na de val van het communisme, het liberalisme slechts de volgende domino die valt”. Samuel Huntington in ”Botsende beschavingen”

Bronnen:

Vals ochtendlicht, John Gray. Docent aan de London School of Economics.

Democratie te koop, Greg Palast.

Perverse globalisering, Joseph E. Stiglitz.

Hoe ontwikkelingshulp arme landen verder in het slob helpt.

Ondanks de (deels) goede bedoelingen heeft ontwikkelingshulp negatieve bijeffecten die sterker zijn dan de intenties. Na 60 jaar en 2,3 biljoen dollar verder neemt internationaal de roep toe om alternatieve wegen te bewandelen. Deel één van een serie over de economische ontwikkeling van Afrika.

http://www.arjennijeboer.nl/artikelen/waarom-ontwikkelingshulp-niet-werkt-en-hoe-afrika-zich-wel-kan-ontwikkelen/

Advertentie

8 gedachtes over “Milton Friedman en zijn Chicago Boys, het brein achter het neoliberalisme..

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s